Het is een goed jaar voor My Baby: een succesvol derde album ‘Prehistoric Rhythm’ en vele festivaloptredens, waaronder Glastonbury, Isle of Wight (main stage) en Pinkpop. Nu zijn ze net terug van een Europese tour die de band in alle uithoeken van Europa bracht. Donderdag stond My Baby in een uitverkocht Paard. Ook vrijwel alle andere optredens in Nederland zijn uitverkocht, alleen voor het laatste concert in Tivoli zijn nog kaarten over. Het is duidelijk dat het inmiddels bij een groot aantal muziekliefhebbers bekend is dat een optreden van My Baby garant staat voor een opzwepende avond.

Van de gure herfstkou is binnen in het Paard niets te merken. De sfeer binnen is warm en gezellig, de mensen hebben er duidelijk zin in. Hoewel het publiek grotendeels iets ouder dan de gemiddelde concertbezoeker is, zijn er ook aardig wat twintigers te zien.

Het geduld van het publiek wordt op de proef gesteld wanneer de band op zich laat wachten. Op een gegeven moment wordt het publiek wat ongeduldig en begint het wat te roffelen en te fluiten. Wanneer de band het podium betreedt, eerst drummer Joost van Dyck en gitarist Daniel Johnston, kort daarop gevolgd door zangeres Cato van Dyck, bevinden we ons direct in exotische sferen. Het publiek swingt vanaf het eerste nummer met de opzwepende ritmes mee.

De set is goed opgebouwd, afwisselend rustigere en drukkere stukken die het publiek het ene moment even rust geven om het vervolgens weer mee te lokken naar extase. Natuurlijk doen vooral de opzwepende ritmes het goed bij het publiek. Het valt op hoe goed de band op elkaar is ingespeeld en hoe ze aanvoelen wat het publiek nodig heeft. De muzikanten zijn allen zeer veelzijdig en spelen verschillende instrumenten, de drummer speelt zelfs nog even bas.

De combinatie van de doeken op de achtergrond met het licht wekt de indruk dat de band in een nomadentent speelt. Deze intimiteit wordt nog versterkt wanneer Cato van Dyck en Johnston zittend spelen ‘Moon Shower’ op het kleed dat voor het drumstel ligt.

Daarna volgt snel weer een uptempo nummer dat het publiek gretig oppakt. Van voor tot achter, van beneden tot boven, iedereen danst en springt. De band belooft 100% te geven in het nummer ‘Make a Hundred’ en vraagt of het publiek dit ook wil doen. En het lukt, aan het eind van de avond is er geen band en publiek meer, maar is iedereen één ritmisch geheel. Een indrukwekkende show dat ons zo heeft verwarmd dat de koude avond buiten ons niks meer kan maken.