“Fontaines D.C. trapt deuren open op debuutalbum”
Tekst: Dennis de Waard
De postpunk-revival draait op volle toeren. We hebben het dan niet over de poppy namen als Editors en White Lies, maar de echte gure en ranzige postpunk waarmee bands als Shame en IDLES het zweet van het plafond laten druipen in zalen van het gespleten Verenigd Koninkrijk. Nieuwkomer Fontaines D.C. liet vorig jaar op de oktobereditie van London Calling al zien dat de hype rond de branieschoppers terecht was en nu is daar het eerste album ‘Dogrel’.
Aan zelfvertrouwen geen tekort bij kamp Fontaines D.C., de plaat neemt een kickstart met ‘Big’. “My childhood was small, but I’m gonna be big!”, zingt Grian Chatten met zwaar Dublins accent op een verveelde monotone manier. De rest van de band doet er alles aan om hun instrumenten te laten janken. De drums komen hard binnen, de basgitaar slaat je om de oren en de gitaarakkoorden zijn niet heel bijzonder maar gewoon enorm hard. De manier waarop een jonge band zo hard de deur intrapt en de aandacht opeist doet denken aan het debuut van de Arctic Monkeys.
Na ‘Big’ weet Fontaines D.C. de aandacht en de energie goed te doseren over de rest van de plaat die barst van donkere postpunk, de kenmerkende verveelde stem van Chatten en de rest van de band die korte metten maakt met de kerk, kapitalisme en klootzakken in de pub. Ze belichamen de verveeldheid onder de jeugd (“noone can pull the passion loose from the youths ungratefull hands”, op ‘Too Real’), de woede van de Brexit en de energie van een band die nog alles te winnen heeft. De band neemt halverwege even de tijd om gas terug te nemen op het schitterende ‘Roy’s Tune’, een nummer dat doet denken aan The Stone Roses op hun best.
Alhoewel niet alle nummers even goed gelukt zijn, ‘Boys in the Better Land’ is anderhalve minuut te lang en weet net niet het statement te maken dat de band wil maken en sommige nummers lijken teveel op hetzelfde idee te leunen, weet Fontaines D.C. zich toch met kop en schouders boven de rest van de debuterende bands te zetten door een kwalitatief sterke plaat te maken. Fontaines D.C. beschikt niet over de anthem-gevoeligheid van genregenoten IDLES en heeft ook niet de diversiteit van Shame’s debuutalbum, maar laat wel zien dat de band potentieel even groot kan worden als beide bands door gewoon de versterkers open te gooien en korte en krachtige nummers op de luisteraar af te vuren. Of de band dat op een tweede album weer weet te flikken is even afwachten, laat de jongens eerst maar eens Europa ondersteboven spelen met hun gierende postpunk.
Fontaines D.C. is dit jaar te zien op Motel Mozaïque, het Valkhoffestival en Loose Ends Festival, het kleine broertje van Best Kept Secret