Tekst: Susanne van Hooft en Tess Janssen
Foto’s: Tess Janssen en Bente van der Zalm
Wie goed keek, zag vrijdag en zaterdag tussen het gewone uitgaanspubliek en kerkgangers door mensen die met een MOMO-bandje om de pols van locatie naar locatie kuierden. Normaal bewegen mensen bij Motel Mozaïque zich haastig, om zo min mogelijk van de bijzondere acts te missen. Deze editie leken mensen door de hitte nét een tandje langzamer te lopen of nét wat langer te blijven hangen op een terrasje. Op het programma stonden veel afwisselende acts, waaronder een aantal die je gezien moét hebben nu ze nog klein zijn. CHAOS pikte een aantal mooie optredens mee van Black Midi, Fontaines D.C., Apparat, Cherry Glazerr, Drahla, The Homesick, Swine Tax, Yak, Melanie De Biasio, Anna St. Louis en Tessel.
Drahla, Cherry Glazerr en Apparat
Het warme en drukke Rotown is een mooie locatie voor artrocktrio Drahla. De band gedijt goed in een broeierige sfeer. Quasi nonchalant voert zangeres Luciel Brown ons mee door de opzwepende nummers. Er is weinig interactie met het publiek; het is gewoon spélen wat de bandleden doen. Dat lijken ze emotieloos te doen, maar hun muziek zegt genoeg. (TJ)
Compleet het tegenovergestelde van emotieloos is Cherry Glazerr die vanaf de eerste seconde stuiterend over het podium gaat. Nummers zijn poppy met grunge, maar weinig origineel. Het is leuk en de zaal wordt vermaakt, maar daar blijft het ook bij. (TJ)
Apparat is een act waarvan je moet houden of niet. Duidelijk is dat veel publiek van MOMO liefhebber is, want de zaal is ruim voor tijd al propvol. De bas dreunt en elk hoekje van de Grote Zaal van de Rotterdamse Schouwburg vult zich met een combinatie van elektronische en elektrische instrumenten. Het duurt niet lang voordat de aanwezigen worden meegesleept en in de trance van de band komen. (TJ)
Melanie De Biasio, Anna St Louis en Yak
De programmering is misschien wat ongelukkig; Melanie De Biasio staat op een relatief vroeg tijdstip op een festival dat steeds meer nadruk legt op het nachtprogramma. Daardoor is de grote theaterzaal maar half gevuld. Onterecht, want de set van Melanie De Biasio is een bijzonder start van de dag. De Biasio wijzigt op het laatst haar laatste nummer en eindigt op indringende kracht, waarbij menig luisteraar na afloop met kippenvel achter blijft. (TJ)
Ook voor liefhebbers is Anna St. Louis in de Arminiuskerk. Slechts een kleine groep heeft zich in de kerk verzameld, waar, gezien het zonnetje, de lichtinval bijzonder mooi is. St. Louis is klein qua geluid met alleen haar stem en gitaar, maar ook in haar spelen. Het weet hier helaas niet echt te pakken.
Het contrast met Yak in Rotown is hierdoor groot. Alternative rock, maar dan net even anders: dat is Yak. Frontman Oliver Burslem wisselt af tussen gitaar en bass synth en zingt regelmatig door een megafoon. Kenmerkend is het stemgeluid en de scherpe, maar donkere en persoonlijke, teksten. Deze teksten worden afgewisseld met refreinen die vaak wel weer heel catchy zijn. Burslem heeft weinig contact met het publiek, de drummer staart gaten in de verte en we zien de bassist vooral lachen. Het publiek kan niet anders dan blijven kijken en vooral blijven luisteren. (TJ)
The Homesick, Swine Tax en Tessel
Neerlands nieuwe hoop The Homesick uit Dokkum, is een volgende publiekstrekker. Mensen willen deze band, met leden van Yuko Yuko en Korfbal, zien en dus is het al vroeg druk in de zaal. The Homesick geeft wat we verwachten: een donkere stem, muziek die bij vlagen weet te hypnotiseren en gevarieerd is. De fijne, speelse drums zijn een opvallend element van de muziek. ‘Jesus’ is het toepasselijke laatste nummer van de set op deze Stille Zaterdag. (SvH)
Om de hoek bij Club Vibes speelt indierockband Swine Tax. Het is een aangename ontmoeting. Het drietal brengt hun muziek speels en met souplesse. De tempowisselingen en samenzang houden het fris. Het zou gladjes kunnen uitpakken, maar zanger Vince Lisle gooit zijn ziel in zijn stem. Invloeden van Sonic Youth zijn duidelijk aanwezig. De band werkt naar een mooie climax toe, waarbij Lisle nog even tussen de mensen duikt. (SvH)
Tessel speelt wat uit de route maar gelukkig weten ook aardig wat mensen BAR te bereiken. Deze band is een mooie afwisseling van de vorige geweldenaren. Tessel brengt de garage-surfmuziek in het begin van de set wat rustig. Mensen staan in een iets te wijde boog voor het podium dromerig te genieten. Bij de instrumentale stukken gaat het meer los en krijgt de muziek de nodige spanning. Het plezier van de bandleden is duidelijk zichtbaar. Tessel is finalist in de Grote Prijs van Nederland-competitie en je kunt je stem nog uitbrengen. (SvH)
Black Midi en Fontaines D.C.
Black Midi is zo’n band die je moet hebben gezien ‘nu ze nog klein zijn’. Vorig jaar begon de buzz dat dit de beste band van Londen is. Inmiddels is de interesse voor deze band alleen maar gegroeid. Zo’n boodschap trekt natuurlijk veel muziekliefhebbers. Black Midi zelf lijkt onverstoord zijn ding te doen: muziek maken. Het viertal speelt in de Arminiuskerk en valt om te beginnen op door de kledij: cowboyhoeden en een mondmasker. Ook zonder deze verkleedpartij staat de muziek van Black Midi als een huis. Vanaf de eerste rauwe tonen valt op dat hier iets gebeurt. Helaas kampt gitarist Matt Kelvin met ernstige materiaalpech, tot zijn grote frustratie. De andere bandleden vangen dit professioneel op. Muzikaal tapt Black Midi uit allerlei vaatjes. Het ene moment horen we onversneden punkrock, vervolgens worden hier funky elementen door gevlochten. De muziek krijgt iets jazzy wanneer de bandleden rust brengen en gaan freestylen. Niet lang hierna scheuren de gitaren weer en wordt het publiek opgezweept. We zijn overtuigd, het gegons is niet voor niets. (SvH)
Ook bij Fontaines D.C. zijn veel mensen lang voor de show aanwezig. Deze band bracht vorige week het debuutalbum ‘Dogrel’ uit. Frontman Grian Chatten kijkt het publiek rond alsof hij wat wil zeggen. Wil hij misschien een opmerking maken over de warmte of de drukte? Dat doet hij niet. Alles wat hij te vertellen heeft, zingt hij. De band ademt de postpunksfeer van Shame en IDLES, maar de teksten zijn poëtischer van aard. Dat maakt het publiek niet veel uit, vanaf het eerste moment zetten de mensen zich massaal in beweging, wordt er gemosht en vliegt het bier rond. Chatten bekijkt het nog een keer, loopt tussen de nummers ogenschijnlijk rusteloos rond en friemelt aan zijn handen en shirt. Het enige dat hij na drie kwartier zegt is: ‘This is our last song’. Teleurgestelde geluiden volgen vanuit de zaal. Wanneer de band en aardig wat mensen weg zijn, danst een enkeling nog verwoed door. (SvH)