Tekst: Susanne van Hooft
Foto’s: Bente van der Zalm

Club Achtung! presenteerde gisteravond in Q-Factory Amsterdam een flinke lading jonge bands uit binnen- en buitenland. Weken van promotie ging hier aan vooraf. Dat bleek hard nodig. Ondanks het mooie programma waren de zalen vaak maar halfvol. Voor de bands en het publiek leek dit niet uit te maken. De meeste optredens bleken stuk voor stuk eigenwijze feestjes. We zagen Otherkin, Annabel Allum, The Vices, LUCIA, Wives en Leoniden.

The Vices opent de avond met nieuwe single ‘Speeding Up To Last’. Zelf lijken de heren met veel snelheid hun muzikale carrière op te bouwen. Hoewel The Vices voortkomt uit Ten Years Today, bestaat de band officieel pas sinds december. Desondanks zijn er al twee singles uitgebracht, waren er optredens op Eurosonic Noorderslag en in Groot Brittannië en volgt Popronde dit jaar. De sfeer zit er vanavond vlot in, dat blijkt wanneer een dame nog tijdens het eerste nummer een b.h. op het podium gooit. De muzikanten spelen onverstoord door alsof dit hun dagelijks overkomt. De afwisselende garage-surfmuziek van de band trekt de mensen naar het podium. Daar volgen de stevige gitaarsolo’s op rustigere momenten. Ook in deze wat rustigere muzikale delen weten de bandleden de energie vast te houden. Bij ‘Memento Mori’, het laatste nummer, volgt nog een fijne energie explosie.  

Dan is het hoog tijd om naar de andere zaal te lopen, want daar speelt LUCIA. Deze band uit Glasgow maakt een mooie mix van punk en dreamwave. Dit resulteert in speelse en bij vlagen stevige muziek. De stem van zangeres en frontvrouw Lucia Fontaine is van nature wat hees en laag. Ditmaal klinkt het nóg heser en nóg lager, want Fontaine is eigenlijk ziek. Ogenschijnlijk heeft de ziekte alleen invloed op haar stem. Hoe zij zich ook vanbinnen voelt; Fontaine maakt grapjes met de mensen in de zaal en perst de laatste restjes energie uit haar lijf.  

De acts sluiten wat timing betreft naadloos op elkaar aan. Het publiek loopt dus van de ene zaal naar de andere en wil tussendoor nog wel eens een drankje halen. Hierdoor begint een act soms voor een bijna lege zaal. Dat overkomt ook Annabel Allum. Er staan vrijwel alleen nog maar wat fotografen voor het podium als zij van start gaat. Deze Britse singer-songwriter wordt live ondersteund door twee andere muzikanten. Slimme zet van ze om alledrie een zelfde overall aan te doen. Hierdoor zíen we echt een band op het podium. Ook muzikaal lijken de drie mooi op elkaar aan te sluiten. Ze spelen vrij casual en gedegen. Allum heeft een stem die prettig in het gehoor ligt. De drummer valt vooral op doordat zij, in al haar overgave, voortdurend boos naar haar drumstel kijkt. Die overgave heeft Allum zelf ook. Muzikaal is het pakkend en opzwepend, vooral als ze met zijn drieën op het podium staan. Wanneer Allum een aantal nummers alleen doet blijft zij goed overeind. De liedjes zijn mooi en worden goed vertolkt. Toch is het prettig dat de andere bandleden bij de laatste nummers weer aansluiten. Zij pompen, met Allum, weer de nodige energie de zaal in.

We zijn wat verrast door de rij meisjes die voor het podium klaar staan om indierockband Leoniden uit Kiel te onthalen. Dat verwachten we niet op deze avond, maar het brengt wel een hoop vrolijkheid mee. Het zou de band misschien zonder deze enthousiastelingen ook lukken, maar de zaal wordt al direct aangestoken. De bandleden stuiteren over het podium en zanger Jakob Amr springt al meteen het publiek in. Het lijkt wel of Leoniden ons wil laten zien hoe je een feestje moet bouwen. Alles wordt uit de kast gehaald; gitaren vliegen hoog boven hoofden en er wordt een grote verscheidenheid aan instrumenten bespeeld. Meezingen op een iets te lange muzikale zin blijkt wat lastig, maar verder klappen en springen de mensen gewillig mee. Een mooi lang percussiemoment aan het einde in het publiek maakt de set af.

Dit spektakel lijkt een soort tegenstelling met Wives. Deze band maakt solide Amerikaanse grungerock, met als inspiratiebronnen Sonic Youth en The Fall. Het tempo van deze muziek ligt iets lager dan bij de voorgaande acts en aan springen doen de mannen ook niet. We krijgen veel donkere klanken met volle bas voorgeschoteld. Helaas kampt de band met wat gitaar- en snaarproblemen waardoor de set tot twee keer toe stilgelegd moet worden. Ondanks dat er, een beetje noodgedwongen, een gezellige interactie tussen de bandleden en het publiek is, zet het wel steeds een rem op de set. Desondanks weten de Amerikanen uit Queens hun muziek over te brengen en zijn er voldoende liefhebbers in de zaal.

De Ierse alternatieve rockband Otherkin sluit de avond in de grote zaal af. Met een brede grijns stappen de mannen op het podium. Ze zullen ons wel eens laten weten hoe je energie spelt. De band opent met hun laatste single ‘All That Remains Won’t Be The Same’. Een nummer dat muzikaal anders is dan ouder werk van Otherkin. Er is een handjevol fans van de band, zo verraden de t-shirts. Ook zingen deze fans de oudere nummers uit volle borst mee. Nou ja zingen… meer brullen natuurlijk. De vrolijkheid van de band is terug te zien bij de mensen vlak voor het podium. Steeds zoekt zanger Luke Reilly ze op. Het lijkt alsof hij wel tussen de mensen in zou willen zingen. Toch blijft hij op het podium heen en weer dartelen, om er dan nóg een keer bijna af te springen. Voor een goede grote moshpit zijn er eigenlijk net wat te weinig mensen. Er wordt een paar keer een voorzichtige poging gedaan. Wie niet mosht, danst wel. Bij het slotnummer gaat iedereen, inclusief band nog één keer helemaal los. De rustige muziek die meteen wordt opgezet wanneer de bandleden het podium aflopen voelt hierdoor als een echte anticlimax.

Otherkin
Otherkin