Tekst: Susanne van Hooft
Foto’s: Bente van der Zalm

Met veel vrolijkheid beginnen we aan deze editie van Jera on Air in Ysselsteyn. Jera on Air is een festival dat bol staat van de punk, hardcore en metalcore in het zuiden van het land. Gemene deler is de energieke muziek, de gemoedelijke sfeer en de vele moshpitten en crowdsurfers. Wij gaan vooral voor de punktak van het festival, met broertje emorock. We zien optredens van As It Is, Fever 333, State Champs, The Interrupters, Beartooth, Sum 41 en Enter Shikari.

Deze editie beginnen we met de emopunk die vrolijk wordt gebracht door As It Is. Frontman Patty Walters maakt in het begin een grapje door de band te introduceren als My Chemical Romance en hoewel niemand daar natuurlijk intrapt, en deze band net een trede hoger staat dan As It Is, is het wel duidelijk waar de laatste band zijn inspiratie vandaan haalt. Sombere gedachten worden meeslepend bezongen en uitgescholden. As It Is speelt zowel oudere nummers als liedjes van het laatste album ‘The Great Depression.’ Natuurlijk zingt de tent uit volle borst mee met nummers als ‘The Stigma  (Boys Don’t Cry)’, ‘The Two Tongues’ en klassieker ‘Dial Tones’. 

Fever 333
Fever 333

Vele, vooral Amerikaanse, bands maken bij een festival van de gelegenheid gebruik om aan te geven hoe belangrijk gelijkheid is ongeacht kleur en sekse. Jason Butler is hierop, namens Fever 333, geen uitzondering. Deze boodschap is weliswaar terecht en niet achterhaald, maar wordt zo langzamerhand vaak als een cliché gebracht. Gelukkig is er weinig cliché aan Fever 333, een band in de traditie van Public Enemy, met muziek strijdend voor meer gerechtigheid. Alle drie de bandleden zijn zo energiek en aanwezig, dat je zanger Butler eigenlijk geen frontman kunt noemen. Wel is hij degene die het hele podium van voor naar achter bespringt en hij drumt en passant nog een stuk mee. Ondanks het relatieve vroege tijdstip trekt de band alles uit de kast en brengt deze de mix van punkrock en hiphop overtuigend.

State Champs tourde in het verleden met Neck Deep en All Time Low en dat geeft meteen aan uit welke hoek de muziek komt: Amerikaanse poppunk. De band weet zo’n pakkende show neer te zetten, dat een jongen die in al het enthousiasme een bloedneus heeft gekregen door rockt terwijl hij zijn neus aan het stelpen is. Toch komt zowel de muziek als de show van State Champs op ons wat gladjes over, zeker zo na de rauwheid van Fever 333. 

The Interrupters
The Interrupters

Nóg iets minder rauw is de bijna meezing act van The Interrupters. De band doet zijn naam aan door zichzelf regelmatig te onderbreken als er net een (bekend) nummer is ingezet. Er wordt veel participatie van het publiek gevraagd, en op zo’n zonnige dag als vandaag, met zulke aardige mensen voor je neus en aanstekelijke muziek (mix van punk en ska) kost dat weinig moeite. Zelfs de beveiligingsmensen krijgen een rol in de set: zij mogen flessen met water leegschudden over de hoofden van de festivalgangers. Over deze beveiligingsmensen gesproken: het is steeds mooi om te zien met hoeveel liefde, kracht en efficiëntie deze mannen de crowdsurfers uit het publiek plukken en met een high-five of knuffel wegwuiven.

Beartooth
Beartooth

Tijd voor weer veel hardere rock. Dit krijgen we even later voorgeschoteld door de mannen van Beartooth. Opgewarmd door ‘We Will Rock You’ van Queen, is de tent klaar om met de mannen mee te gaan. De band opent met Bad Listener, van het album Disease, dat vorig jaar verscheen. Deze en veel andere nummers worden luid meegezongen en Beartooth komt steeds meer op stoom. De sombere teksten worden op ons afgeschoten. Veel te plotseling wordt er op de rem getrapt, want dan blijkt dat de band nog maar vijf minuten tijd heeft. Er was kennelijk een misverstand. Een beetje van slag speelt de band dan maar een laatste nummer en dat spoort veel mensen aan om snel weer even hard te moshen of nog een rondje te crowdsurfen. 

Sum 41 is een oudgediende poppunkband en dat tekent zich af in de show. Vol zelfvertrouwen worden veel hitnummers zoals ‘In Too Deep’ en ‘Fat Lip’ en Queen cover ‘We Will Rock You’ gespeeld. We merken al snel dat deze band makkelijk de hoofdact van het festival had kunnen zijn. Naast de bekende liedjes heeft Sum 41 nog meer in huis om een goede headliner te zijn. Deryck Whibley weet de mensen bij de show te betrekken door dan weer om een circle pit, dan weer om een moshpit en dan weer om armen omhoog te vragen. Iedereen heeft zin in een feestje, dus het lukt ook allemaal. Bij het eerste nummer zitten we al onder de confetti. Ook muzikaal klinkt het strak. Er zijn weinig spontane uitspattingen, hoewel de drumsolo van Frank Zummo wel erg mooi is, maar er valt ook niet veel op af te dingen.  

Enter Shikari
Enter Shikari

Het is even spannend of Enter Shikari deze overmacht kan overtreffen. Deze band stond vorig jaar ook al op Jera On Air en mocht in de herhaling nadat Architects zich had teruggetrokken. Net als bij Sum 41 lijkt er ook voor deze band een trouwe schare fans te zijn. Enter Shikari moet het meer hebben van de nummers zelf; er wordt weinig actief aan publieksparticipatie gevraagd. Na de tour vorig jaar waarbij veel van het net verschenen album ‘The Spark’ gespeeld moest worden, is er volop ruimte voor oud werk zoals ‘The Appeal & The Mindsweep’ en ‘Anaesthesist’. Waarschijnlijk tot grote vreugde van veel fans, want bijna alles wordt luidkeels meegezongen. Rou Reynolds drukt ons op het hart: ‘be weird, be wild, and be curious’. Hij doet ons voor wat wild en vreemd zijn is. Hij trekt bijna het doek van de stellage en hangt op een gegeven moment op zijn kop zingend onder het podium zodat werkelijk niemand hem ziet. Wij zijn daar dan wel weer nieuwsgierig naar: waarom in hemelsnaam. De show is niet afgelopen voordat gitarist Rory Clewlow traditiegetrouw nog even zelf al spelend gaat crowdsurfen.