Tekst: Susanne van Hooft
Foto’s: Bente van der Zalm

Wanneer we lezen over opkomende bands van dit moment, dan wordt Sports Team vaak genoemd. Op Best Kept Secret wist de band dit jaar veel festivalgangers mee te krijgen met de energieke en aanstekelijke muziek. De Londenaren deden begin september Nederland weer aan en speelden in Rotown Rotterdam. Daar probeerden we, voorafgaand aan het optreden, in een propvolle kleedkamer (Sports Team telt zes bandleden en ze wilden er allemaal bij zijn) orde te scheppen in de over en weer anekdotes en conversaties.

Ik heb gelezen dat jullie een bijzondere band met Nederland hebben, hoe is dat ontstaan?
Drummer Al Greenwood: Dat begon zo’n beetje toen we tijdens onze eerste echte tour samen met Pip Blom tourden. In het VK hebben we hetzelfde label en we hadden allebei net onze eerste EP uitgebracht. We leerden ze kennen en zijn sindsdien goed bevriend gebleven. Dus als we in Nederland komen, dan proberen we altijd een show met hen te doen.
Rob Knaggs (gitarist en songwriter): Nederland is gewoon een prettig land. We zijn hier graag.
Alex Young (zanger): Ik woonde vroeger in Den Haag. Mijn vader werkte bij Shell en ik ging daar naar een Britse school. Het is altijd goed vertoeven in Nederland. Gisteren waren we in een café in Utrecht en die eigenaar zei: “Hé jullie zijn Sports Team” en wij waren verbaasd en zeiden: ‘eh ja, dat klopt’. Vervolgens sloot hij de deuren van het café voor de rest van de avond en hadden wij het café helemaal voor ons alleen. We hadden de avond van ons leven, haha (lachen allemaal). Het was vooral heel cool dat hij ons herkende.

Jullie worden in Nederland dus zelfs al herkend als je een biertje wilt drinken. Hoe is het in het VK?
Alex: Het VK is ook geweldig. We hebben geluk dat we een jonge fanbase, van tieners, hebben. Dat is wel bijzonder, want het is tegenwoordig niet vanzelfsprekend dat jongeren warmlopen voor gitaarmuziek.

Op dit moment is er een soort hype rondom een aantal bands die opkomen, zoals shame, Black Midi, Fontaines D.C., The Murder Capital en ook rondom Sports Team. Brengt dat een druk met zich mee?
Wat wij doen is echt wel anders dan wat de anderen doen op dit moment Al: We voelen niet echt een druk. We genieten gewoon van wat we doen en we hopen dit nog lang te kunnen doen. Waarschijnlijk wordt het nog wel meer. We krijgen regelmatig goede recensies en zo ploeteren we voort.
Anderen reageren hierop met uitbundig lachen: ‘ha ha, ploeteren voort, haha’. Al gaat onverstoord verder: Ik denk niet dat het een grote druk op ons legt.
Alex: Wat wij doen is echt wel anders dan wat de anderen doen op dit moment. We worden in één adem genoemd met andere bands, omdat we op hetzelfde moment opkomen. Maar veel van die bands passen in het post-punk plaatje. Dat is erg cool, maar dat is niet wat wij doen. We willen echt een mega band worden, we willen in Wembley spelen. Dat is de druk die we voelen. Hier [in Rotown] spelen is geweldig, maar het is klein.

Jullie muziek klinkt inderdaad alsof het voor een groter publiek bestemd is.
Alex: Dat denk ik ook. Best Kept Secret was een festival waarmee we echt een groter publiek konden bereiken. We vinden het geweldig om voor zo’n groot aantal mensen te spelen, dat geeft zoveel energie. Morgen spelen we in Crammerrock in België, waar dat waarschijnlijk ook zal zijn.
Al: Op dit moment zijn we bezig met een album en daarbij bedenken we steeds hoe het live zal klinken. We hebben dan een groot publiek in gedachten dat er voor gaat. Dat proberen we in de repetitieruimte na te bootsen. Ook proberen we steeds een grotere liveshow op te bouwen. Daarom hebben we de band opgericht: we houden allemaal van live spelen en van touren.
Rob: Toen we onze eerste optredens hadden in Londen, speelden we voor vier of vijf mensen. Tegen de tijd dat je aandacht krijgt van de pers en dat je waardering krijgt, moet je klaar zijn om voor veel mensen te spelen. Vanaf die shows in Londen hebben we het steeds opgebouwd. Het publiek is sinds de start organisch gegroeid. Voor ons voelt het dus alsof we gewoon verder gaan met wat we aan het doen zijn. We houden onze voeten aan de grond en proberen er zoveel mogelijk van te genieten.

Hebben jullie nog ander betaald werk?
Al: Niet meer.

Dat moet wel goed voelen.
Rob: Op dit moment werken we meer dan toen we nog een baan hadden. Dat is het trieste eraan. Ik had zoveel vrije tijd toen ik werkte, zat een beetje achter mijn laptop, las wat nieuws, keek wat t.v.. Nu werk ik niet meer en heb ik geen tijd (lacht)! We zijn er weer ingetrapt. Maar het voelt goed; het is echt leuk. We werken uren en uren; doen onze eigen merch en label, dus dat kost allemaal tijd.
Al: Je wordt ook een beetje rusteloos. Als we nu een keer vrij zijn dan voel ik me verloren en weet ik niet wat ik met mijn tijd moet doen. We zijn zo gewend aan een volle agenda. Als je klaar bent met opnames, dan ga je naar een festival, dan ga je naar Nederland en meteen hierna nemen we een video op en dan gaan we weer touren. Maar het voelt goed!

Is dat niet dodelijk vermoeiend?
Al: Een beetje wel. Je wordt pas moe als je stopt. Dan komt het aan en voel je hoe moe je bent. Dus daarom gaan we maar door.

En jullie zijn ook met zoveel! Wordt je ook niet moe van elkaar?
Allemaal door elkaar: ja, ja, zeker, haha!
Al: En dan wonen we ook nog eens allemaal bij elkaar.
Rob: We hebben constant onenigheid en ruzies, maar dat maakt het ook wel makkelijker. Als je dat niet doet dan explodeert het.
Al: We zijn net broers en zussen.

Een heel andere vraag: wat is volgens jullie het beste intro van wat voor nummer dan ook?
Alex: ‘Grounded’ van Pavement. Dat doet mij wel wat.
Rob: Alles van Pavement is goed [zingt het instrumentale intro].

Wat maakt dat intro zo goed?
Rob: Ik denk dat de sfeer er meteen in zit (klapt in zijn hand). Je wordt er meteen ingezogen.

Is dat iets dat jullie ook bij jullie nummers voor elkaar proberen te krijgen?
Oli: Onze producer Burke Reid probeert dat echt voor elkaar te krijgen. Dat is constant een issue als we in de studio zijn. Op dit moment zijn we dus bezig met het schrijven van een album en zijn ding op elk nummer is: “Ik wil dat iemand die het hoort direct het gevoel van spanning mee krijgt.” We doen erg veel moeite om dat voor elkaar te krijgen. De rest van het nummer maakt niet zo veel meer uit (lacht).
Rob: Je hebt maar dertig seconden op Spotify nodig, haha.

Hoe was het om met Burke Reid te werken?
Rob: Hij heeft met Courtney Barnett gewerkt, maar niet met veel Britse bands. Hij is geweldig.
Al: Hij is Australier en was lang in de outback. Gelukkig voor ons kwam hij een tijdje geleden naar Londen.
Hij liet Alex acht uur vocalen opnemen en gebruikte vervolgens de eerste Oli: Hij zag ons live in Newcastle en iemand vertelde ons dat hij de album van Courtney Barnett produceerde en die vonden we erg goed. Tot die tijd was het gewoon een naam bij een album. We ontmoetten hem en hebben samen wat gedronken. Vervolgens besloten we samen een nummer op te nemen, dat we vervolgens in een halve dag hebben opgenomen.
Al: Ik moest een vlucht halen, omdat ik een presentatie moest geven op een conferentie. We hadden toen nog andere banen. Ik dacht dat het opnemen van de drumpartij maar een uur zou duren, maar dat viel tegen. Het was dus erg stressvol, maar Burke was heel geduldig en hij wilde zelfs daarna nog met ons samenwerken.
Rob: Hij is heel ouderwets en heel toegewijd. Hij is de eerste in de studio en de laatste die weggaat en eet niet tussendoor. Hij drijft ons naar een punt waarop wij hem bijna willen vermoorden. Ik had acht refreinen in de studio gemaakt en elke keer zei hij: “nah”. Ook liet hij Alex acht uur vocalen opnemen en gebruikte vervolgens de eerste. Hij vindt het leuk om ons te breken, maar uiteindelijk klinkt het behoorlijk goed.

En toch zijn jullie niet weggerend.
Rob: Meestal niet.