Tekst: Susanne van Hooft
Foto’s: Bente van der Zalm
Het album ‘Foolish Loving Spaces’ van de Britse indiepopband Blossoms ligt inmiddels enkele weken in de winkels. Toen we de band spraken, waren ze nog heel benieuwd naar de reacties die op het album zouden komen, hoewel zanger Tom Ogden erkende dat hij maar weinig berichtjes leest over het album, omdat negatieve reacties hem nogal raken. We horen van Tom, bassist Charlie Salt en drummer Joe Donovan waarom we Blossoms nooit op het Eurovisie Songfestival zullen zien en waarom gitarist Josh Dewhurst iets wegheeft van Willy Wonka.
Tom, jij schrijft de liedjes in eerste instantie, maar wat maakt een liedje een Blossoms-liedje?
Tom: Ik neem de liedjes die ik thuis heb geschreven mee naar de oefenruimte en dan vertel ik aan de anderen hoe het liedje gaat. Als ik wil dat het klinkt zoals Talking Heads, dan proberen we het met zijn allen een ‘Talking Heads vibe’ mee te geven. Iedereen heeft zijn eigen invloed die hij over de liedjes heen sprenkelt. Dat bij elkaar is Blossoms.
Oké, de muziek van Blossoms is dus het resultaat van de inbreng van elk individu. Dan zijn we wel benieuwd naar welke filmkarakter elk van jullie typeert en welke invloed ieder op de band heeft.
Tom: Myles Kellock, de toetsenist, is de klassieke clown.
Charlie: Hij is als Jim Carrey.
Tom: Maar niet zo gevat als Jim Carrey. Soms gaan zijn ideeën een beetje te ver, bijvoorbeeld wanneer hij elektronisch gedoe in onze muziek probeert te stoppen. Maar soms werkt dat juist goed.
Joe: Hij wil dat het perfect wordt; hij hoort dingen in de muziek waarvan wij ons niet realiseerden dat het verbeterd moest worden. Hij heeft aandacht voor details in muziek, maar niet zozeer detail voor de manier waarop hij zich kleedt. (Iedereen lacht hierom)
Oké, volgende
Charlie: Josh (Dewhurst, gitarist) is heel uniek. Als ik hem met een filmkarakter zou moeten beschrijven dan zou ik waarschijnlijk zeggen een kruising tussen Mister Bean en …
Joe vult aan: Willy Wonka!
Charlie: Willy Wonka of Charly Chaplin.
Tom: Ja, Charlie Chaplin is goed.
Charlie: Josh is een perfectionist.
Joe: Hij is degene die zich het meeste zorgen maakt, maar hij is ook geestig.
Charlie: Ja, Josh is heel grappig, heel droog. Hij is het jonkie van de band, hij is nu 22 en kwam bij de band toen hij 15 jaar was. In Amerika kreeg hij grote kruizen op zijn hand zodat hij geen alcohol geschonken kreeg. Ze lieten hem spelen, maar dan moest hij direct daarna weg uit het gebouw, naar de tourbus.
Tom: Het briljante van Josh is dat hij weet wanneer hij niet moet spelen.
Joe: Dat is geweldig. Hij is als een jazzmuzikant, zijn stilte in een nummer is geniaal.
Tom: Hij weet wat het beste voor het liedje is. Hij is een heel getalenteerde muzikant.
Joe: Op ‘Your Girlfriend’ is een slide-gitaar te horen, dat is Josh ten voeten uit. Het is lastig te omschrijven.
Tom vat het samen: Willy Wonka!
Nu één van jullie.
Charlie: Joe is als Biff in Back To The Future.
Joe: Neee!
Tom: Joe’s werkethos is heel hoog, zeker in de begintijd. Nu is ons leven gemakkelijker, we hebben roadies, mensen die vertellen waar we naartoe moeten. In het begin moesten we de bus zelf rijden, oefenen, …. Joe zei steeds: we moeten oefenen, we moeten dit doen, we moeten dat doen. Joe zorgt ervoor dat dingen gebeuren. Hij heeft goede managementvaardigheden. Dus ik denk dat Joe een kant van de band ondersteunt waar mensen normaal niet zo snel aan denken. Als je dat niet hebt… je kunt niet steeds afwachtend zijn en creatief. Je moet ook dingen voor elkaar krijgen.
Joe: Soms heb ik dan het gevoel dat ik mensen irriteer.
Tom: Hij is niet echt confronterend, maar hij vertelt het als het moet.
Joe: Ik houd er niet van om dingen op te kroppen, maar bespreek het liever. Dat kan soms irritant overkomen, maar ik doe het met de beste bedoelingen. Ik weet niet goed welk filmkarakter daarbij past.
Charlie: Je bent in elk geval een animatiefiguur. Ja, maar ik weet niet precies welke.
Waar kunnen we jouw invloed op het album horen?
Joe: Misschien in ‘Girlfriend’ of ‘Real Life’. De baslijnen van Charlie zijn vrij ingewikkeld. Dus als ik allemaal ingewikkelde drumdingen zou doen, dan zou het teveel zijn. Ik blijf bij mijn ding en houd het ritme strak. Charlie kan dan los gaan op de bas en dan werkt het beter. Ik kan wel denken: oh ik wil dat doen, maar zelfs als ik met iets kom dan is het altijd in aanvulling op wat Charlie speelt.
En Charles?
Joe: Charles is teveel karakters. Charlie is de coole die iedereen aardig vindt. De knappe jongen.
Charlie (lachend): Dit is waarom ik dingen zoals dit haat!
Tom: Hij is altijd vrolijk, hij is niet chagrijnig te krijgen.
Joe: Hij is Bob de Bouwer. Postman Pat.
Charlie: Postman Pat!?? (de anderen lachen hard)
Tom: Bij Love Actually, die jongen die op dat kantoor werkt met dat meisje dat nooit met hem spreekt. Dat zou Charlie kunnen zijn. Maar ik weet niet of dat karakter er echt bij past.
Joe: Charlie is nogal mysterieus.
Charlie, in welk nummer horen we jouw invloed het meeste terug?
Charlie: Van het nieuwe album is dat voor mij denk ik ‘Friend of Mine’. De baslijn is vrij dominant daar. Die is geïnspireerd op Rod Stewarts ‘Da Ya Think I’m Sexy?’.
Charlie: [tegen Tom] Jij bent Tom Hanson uit (500) Days of Summer. Ken je die film? Je bent mysterieus en cool, zonder de bedoeling te hebben om cool te zijn. Dat maakt je cooler. Hij is de creatieve, de aanjager van de band. de liedjesschrijver.
Tom: Ja, ik ben de aanjager. Ik schrijf de liedjes, ben de choreograaf die vertelt waar het liedje naar toe moet. Het kan wel eens heel anders uitpakken. Soms heb ik een helder idee. Bij ‘The keeper’, bijvoorbeeld, met de gospelzangers. Als het niet zo wordt zoals ik in gedachten had, dan is dat soms ook juist goed. ‘Like Gravity’ veranderde behoorlijk in de studio. We hebben daar de akkoorden veranderd van major- naar minorakkoorden. Dat was het idee van producer James Skelly. Deze frisse blik verbeterde het nummer wel. Het is soms iets kleins dat uiteindelijk een groot verschil kan maken. Als je dat zou proberen op ‘The Keeper’, dan zou het niet goed klinken. Dat zou niet goed uitpakken.
In het nummer ‘Like Gravity’ komt ook ‘Foolish Loving Spaces’, de naam van het album, terug. Hoe kwam je op die titel?
Tom: Ja, ‘Like Gravity’ heette eerst ‘Foolish Loving Spaces’. Ik gebruik altijd wat ik lees om zinnen te verzamelen, die dan titels van nummers kunnen worden. ‘Romance, eh?’, een ander nummer op het album, komt uit een boek. ‘Foolish Loving Spaces’ dook ook ergens in een boek op, ik weet niet meer welk. Dus ik schreef het meteen in mijn schrijfboekje, bij de titels. Als ik dan een liedje schrijf, gewoon wat murmel, dan (neuriet een beetje) hm hm… foolish loving spaces… hm hm…, dan komt het erin. Toen ik er wat meer over nadacht, vond ik het eigenlijk wel een mooie albumtitel. Ik wilde niet dat er een titeltrack zou zijn, dus ik schreef de rest van de tekst en toen werd het ‘Like Gravity’. Ik vond dat ‘Foolish Loving Spaces’ wel een gevoel van verliefdheid en van het eind van de verliefdheid omvatte. Alles wat er bij komt kijken. Je bent wel foolish, als je je daar mee bezig houdt. En ‘spaces’ daar kun je ook alle kanten mee op. Het kan een stad zijn, het kan Amsterdam zijn, het kan een slaapkamer zijn. Alles. Alles waar je aan denkt als je verliefd bent of wanneer je uit elkaar gaat. Daar gaat het voor mij om.
Nu iets heel anders. Jullie muziek klinkt nogal pakkend, mensen reageren er direct op. Kunnen jullie het VK niet helpen en meedoen aan het Eurovisie Songfestival?
Tom: Het lijkt alsof je jezelf op de slachtbank legt als je meedoet aan het songfestival.
In Nederland sturen we de beste zangers en zangeressen.
Tom: in het VK is het niet echt groot. Het is nogal lachwekkend op dit moment in het VK.
Joe: Het is niet zo prestigieus.
Charlie: De afgelopen jaren nam niemand het serieus, veel mensen hebben er genoeg van. De laatste jaren werd er ook heel politiek gestemd.
Tom: Het is eigenlijk vreemd dat veel grote band uit het VK komen, sommige zijn de grootste bands allertijden, maar met Eurovisie Songfestival doet het VK het niet goed. Er zit veel troep tussen. Ik weet niet waarom.
We zullen jullie daar dus niet zien staan?
Tom: Nee, ik heb er nog nooit over nagedacht. Zelfs als we het beste nummer ooit zouden hebben, dan zou het waarschijnlijk nog niets worden. We zouden er wel een liedje voor kunnen schrijven, dat iemand anders het kan vertolken. Dat zou nog wel een idee zijn.