Tekst: Susanne van Hooft
Foto’s: Bente van der Zalm

Niet vaak worden zoveel muziekstijlen op een album gecombineerd als HMLTD dat doet. Vraag is dan natuurlijk hoe dit live uitpakt. De flamboyante band, met de reputatie dat de live optredens op zijn minst opmerkelijk zijn, stond donderdagavond in de kleine zaal van Paradiso. Dit was het eerste echte optreden in Nederland, afgezien van de optredens op festivals. Het bleek een show voor liefhebbers en fijnproevers.

‘Why’ van het album West Of Eden, dat recent verscheen, wordt gespeeld als introliedje van de show. Tegen de tijd dat de eindtonen van dit nummer klinken, zijn de bandleden van HMLTD het podium opgeklommen en ze hebben de instrumenten opgepakt.
Rondom de Britse artrockband HMLTD zoemt het al een aantal jaar. De originele en pakkende liedjes leidden tot een platencontract met Sony, maar hier werden beide partijen niet gelukkig van. Pas toen de band het juk van het grote label had verwijderd, lukte het om een album te maken dat klopte. Nu dit er is, lijkt de band er klaar voor om de muziek ook live de wereld in te lanceren. En ook de zaal lijkt er klaar voor, want de band wordt verwachtingsvol onthaald met gejuich.

Opener ‘The West Is Dead’ zet meteen de toon. De sombere teksten worden ondersteund door westerngitaren, gecombineerd met elektronische klanken en flinke beats. Zanger Henry Spychalski voert zijn teksten vaak met gedragen stem en veel gebaren op. Als een acteur in een Shakespearedrama staat Spychalski in zijn eigen theatervoorstelling. Zijn armen zwaaien in het rond en hij kan zo aan een danswedstrijd meedoen, zo soepel beweegt hij zijn lijf. Het is duidelijk dat HMLTD beïnvloed is door het Ziggy Stardust tijdperk. We hebben hier met een band te maken die wars is van hoe mannen zich horen te kleden of te gedragen en die niet bang is om dramatiek in de uitvoering van de muziek te brengen. Ah, de muziek, die zouden we bijna vergeten als we naar de mannen op het podium kijken. Deze muziek klinkt net als op het album gelaagd, met een balans tussen de instrumenten. Alleen de toetsen komen er soms venijnig schel doorheen. Hoewel er veel samples te horen zijn, klinkt hier toch een echte live band.

Door de tempowisselingen en wisselingen van stijl binnen één liedje, zijn niet alle nummers even toegankelijk, maar ‘Blank Slate’ en ‘Where’s Joanna’ zijn nummers die live voor prima interactie zorgen. Opvallend veel mensen zingen de teksten mee. ‘Mikey’s Song’ is meer richting pop, en hierbij lijkt er in de zaal wat energie weg te vloeien. Ach, de boog kan niet altijd gespannen zijn en zo is iedereen weer opgeladen voor ‘Flex’, een wat ouder nummer. Het is tijd geworden om los te gaan. Twee meisjes komen binnen: ‘Wow, dit is echt goed, wie zijn dit?’. Maar een nummer later kruipen ze toch weer naar achter. Misschien is deze muziek toch net wat meer voor fijnproevers, want bijzonder is het zeker. Bij ‘To The Door’  is de zaal niet meer te houden. ‘We’re all the same’ zingt Spychalski. En zo voelt het op dat moment inderdaad even.