Tekst: Susanne van Hooft
Foto’s: Bente van der Zalm
Dit is de eerste keer dat we in Amsterdam zijn, roept zanger Theo Polyzoides enthousiast. Wat!? Voordat de mensen in de zaal hun gespeelde verontwaardiging kunnen inzetten, dendert de show alweer door. Het viertal van King Nun speelde gisteravond in Paradiso en toonde zich een gretige en hardwerkende band. Hardwerkend, maar met zichtbaar plezier, naar een climax waarin zeker de helft van de zaal sprong.
Het Britse King Nun geldt als één van de vele opkomende bands die London de laatste tijd voortbrengt. Eind vorig jaar verscheen het debuutalbum Mass op het label Dirty Hit (ook van The 1975 en Pale Waves), met daarop een pakkende verzameling indierock nummers. Hoog tijd voor een buitenlandse tour, eerst door Europa en vervolgens de V.S.
Het podium van de kleine zaal is al niet zo heel groot, maar nu de instrumenten van HMLTD, die als aparte show na King Nun geboekt staat, ook alvast hun plekje op het podium hebben gevonden, wordt de ruimte wel heel krapjes voor de grote bewegingen van vooral Polyzoides. Hij moet bijna limbodansen onder de bekkens van de drums door om zijn gitaar te pakken. Het zijn niet alleen de instrumenten die in de weg staan, veel ruimte wordt ook ingenomen door twee grote tv’s, waarop wisselende animaties te zien zijn. De ene keer kunnen we een tekenfilmpje zien, dan weer bewegende röntenbeelden en even later weer slapsticks. Alsof er op het podium niet al genoeg beweegt.
De zaal lijkt gevuld met twee typen muziekliefhebbers: jonge vrouwen in King Nun t-shirts die de teksten woordelijk meezingen en aan de andere kant veel oude muziekliefhebbers. Opvallend genoeg lijkt er weinig tussen te zitten. De muziek van King Nun klinkt vanavond als een denderende trein, uptempo en gedomineerd door melodieuze gitaren. We horen geraffineerde liedjes, die ook nog eens ergens over lijken te gaan. Het energiegehalte is hoog. Sporadisch komt er een ballad-achtig nummer voorbij (‘Black Tree’), dat een donkere sfeer a la Nick Cave heeft. Het iets oudere ‘Hung Around’ klinkt juist weer strak en heavy, en mondt uit in een zinderende climax, mede door de gierende gitaarsolo’s. Typerend voor de muziek, is behalve de gitaardominantie, de stem van Polyoides, die soms in de verte wat wegheeft van die van David Bowie.
Kin Nun heeft ‘Greasy Hotel’, waar een fan halverwege de set om vroeg, bewaard als afsluiter. Hierbij lijkt de band de zaal definitief voor zich te hebben gewonnen; er zijn weinig mensen die nu niet meer mee springen. Als we afgaan op deze avond, dan kan King Nun gerust nog een keer een reisje naar Amsterdam boeken.