Tekst: Dennis de Waard Foto’s: Lotte Brouwers

U kent het wel: het beeld van koeien die na de winter voor het eerst weer de uitgespreide grasvelden zien. Huppelend van blijdschap, barstend van enthousiasme: we mogen weer! Dat het voorlopig niet meer zo is als vroeger dat moge duidelijk zijn: dansen, moshen en stagediven zit er niet in maar gelukkig hoeft dat totaal niet bij Opera Alaska. De band die door een ontmoeting in de IKEA door Marien Dorleijn (Moss) en Marzio Scholten ontstaan is, heeft nog maar pas een album uitgebracht. De setting in Gebouw-T leent zich perfect voor een zittende show.

De album-tour begon eerder in Paradiso met een vijfkoppige band, deze avond bestaat Opera Alaska uit drie man. Dorleijn, Scholten en Jelte Heringa (Moss). De drums komen vandaag uit een doosje. Opera Alaska begint met de opener van het album ‘Fall’ en meteen weet de band onder de huid te kruipen van de bezoeker. Opera Alaska’s indierock is typerend door hun echoënde gitaren, net buiten de maat hakkelende synths en Dorleijns stem die door Gebouw-T galmt. De band moet zelf nog even opwarmen, dat merkt Dorleijn zelf ook. “Ik heb het normaal niet zo op optreden, maar omdat we nu zo lang niet hebben kunnen spelen begon het wel een beetje te kriebelen”, zegt hij zelf. Net nadat hij het zegt, zet hij voor het volgende nummer de drummer aan op de sampler en speelt vervolgens gitaar alsof hij alle frustraties uit zich schudt.

Op dit moment is Opera Alaska in topvorm. De synths golven, Dorleijn zoekt zijn medespeler Scholten op en terwijl ze dichter bij elkaar gitaar spelen, spelen beide gitaristen met hun hele lichaam. De urgentie druipt eraf, het publiek is muisstil en je zou in de golf van indierock nog een speld kunnen horen vallen, omdat het geluid kraakhelder is. Opera Alaska is met momenten zo goed dat je mond er open van valt. Tussen de rechttoe-rechtaan nummers weet het drietal ook een stapje terug te nemen voor meer akoestische nummers zoals ‘Tired’ waarbij Dorleijn op zijn breekbaarst klinkt.

Als voor de toegift Dorleijn in zijn eentje terugkomt hangt de magie in de lucht en speelt hij een nieuw nummer van het aankomende Moss-album, ‘Goodbye’, voor zijn overleden moeder. “Dit nummer heb ik nog nooit gespeeld”, wordt er verkondigd terwijl er nog wordt gekeken waar de capo op de gitaar moet en de akkoorden opgezocht worden. “Oh ja, we hebben er weer helemaal zin in met Moss, Bob Gibson is terug en we hebben weer de vibe te pakken die we hadden tijdens het opnemen van ‘Never be Scared/Don’t be a Hero!’” Dat is alleen al een applaus waard, Moss die terug is bij haar gloriedagen en vibe van het meesterwerk. “Goodbye”, klinkt dan ook alsof het een vergeten nummer is van die kant.

Opera Alaska speelde een fantastische show, terwijl ze niet eens met de volledige band waren. Maar dat was misschien ook wel onderdeel van het succes. Met minimale bezetting is maximaal effect bereikt, de nieuwe plaat is gespeeld voor een select publiek en kreeg al zittend de behandeling die de plaat verdiende. Voor zij die erbij waren was het magisch, een stapje terug naar het concertleven en een schitterend wederkeren naar het podium.