Tekst: Wim du Mortier Coverfoto: Orrin Anderson

Het venijn zit in de staart. Ik kan het niet laten toch nog een vraag te stellen over hoe Kristin Hersh terugkijkt op de scheiding met haar stiefzus Tanya Donnely. ‘Als je het niet erg vindt, ga ik daar niet op in. Muziek is heilig voor mij. Daarom heb ik ooit mijn eerste solo-album weggegeven aan Warner Brothers in ruil voor mijn vrijheid. Ik voelde me moreel verplicht om niet meer mee te doen in een industrie die vrouwen en muziek denigreert. Dus ik ben opgestapt. Mijn eigen keuze. Niet ieders keuze.

Bam. De laatste woorden van mijn gesprek op afstand met Kristin Hersh denderen nog even na. Het venijn verrast. Hier is een vrouw aan het woord die al decennia muziek maakt met een heel eigen smoel, uit duizenden herkenbaar. Creatief, wendbaar, kronkelende composities uiteenlopend van verfijnd tot vlijmscherpe noise. Een vrouw waarover wordt geschreven dat ze kampt met geestelijke problemen. Dat ze als het ware een andere persoon is zodra ze musiceert. Maar in elk geval ook een zelfstandig denker die haar eigen weg kiest, compromisloos, zo blijkt uit het korte gesprek in soms wat cryptische woorden maar met een onmiskenbaar heldere boodschap.

Credit Steve Gullick

Hoe gaat het met je? Hoe breng jij je dagen door in lockdown?
‘Ik heb virologie gestudeerd, dus wat er nu gebeurt verrast me niet en maakt me ook niet bang. De mens denkt alles onder controle te hebben, maar dat is nooit het geval geweest. Virussen evolueren en ons immuunsysteem kan veel aan, zolang het systeem niet faalt. Maar systemen falen nu eenmaal zo af en toe. Politiek, biologisch, topografisch; elk systeem is uiteindelijk overgeleverd aan de genade van de natuur. En ik vind dat geweldig!
Ik ben op dit moment met mijn jongste zoon in Californië. Hij is professioneel surfer. Ik ben net terug uit New Orleans waar ik bezig was met een boek en voorbereidingen tref voor een nieuwe plaat van 50 Foot Wave.’

Het uitbrengen van de nieuwe plaat van Throwing Muses is uitgesteld in verband met corona.
‘Dat klopt. In de hoop dat de plaat dan dichter aansluit op het moment dat we kunnen toeren. Of toch in elk geval een ‘beetje dichter bij’ dat moment, als je begrijpt wat ik bedoel.’

Corona heeft zo lijkt het een enorme impact op de muziekindustrie. Hoe denk jij dat de muziekwereld er over een aantal jaren uitziet?
‘Muziek en de muziekindustrie zijn twee compleet verschillende dingen. Echte muziek huist in echte mensen, de industrie verkoopt producten en modetrends. Daarom kom je maar zelden echte muzikanten of songwriters tegen in die industrie. Soms kom je in die wereld terecht, bijvoorbeeld omdat je enthousiast je muziek wilt delen met anderen of per ongeluk omdat je dacht dat er in die wereld oprecht aandacht is voor muziek. Maar in werkelijkheid? Ik ken het als een omgeving waarin je zelden mensen treft die niet in de ban zijn van ego gebonden beweegredenen zoals geld en faam. Iemand die actief is in zo’n laffe wereld kan onmogelijk muziek schrijven. Daarentegen kan iedereen met een écht leven ook een écht liedje schrijven. Daarin ligt onze hoop. Niet bij rijke rocksterren, maar bij mensen met een rijk hart. Met andere woorden, het kan mij geen bal schelen hoe de muziekindustrie eraan toe is. Haha! Uiteindelijk zal de muziek voor zichzelf zorgen.’

Je hebt een productieve periode. Je solo-album Possible Dust Clouds is amper een jaar oud en nu komt er een plaat van Throwing Muses én werk je aan nieuw materiaal voor 50 Foot Wave. Hoe herken je of een nummer voor een soloplaat of voor een van de bands is bestemd? Of scheid je het schrijven daarvoor in de tijd?
‘Nummers voor 50 Foot Wave schrijf ik op mijn Les Paul of SG. Solo liedjes op mijn Collings en nummers voor Throwing Muses op een Tele- of Stratocaster. Maar ze komen door elkaar heen, niet in een bepaalde volgorde of zo. Ik ga me daar ook niet mee bemoeien en proberen de baas te spelen over de liedjes. Dat zou echt stom zijn om dat te proberen.
Ik schrijf altijd in mijn eentje. Focus, daar draait het om. Tegelijkertijd hang ik aan mijn bandmaten. Het liefst speel ik in trio’s. Ik geef de voorkeur aan het subtiele samenspel van drie instrumenten in plaats van een muur van geluid – de wall of sound. Wat betreft dynamiek klinkt een trio gewoon meer interessant. Ik schrijf alle partijen die gespeeld worden, voor alle drie de instrumenten. Ik bespeel ook zelf alle instrumenten. Maar als er toevallig vrienden in de studio langskomen die mee willen doen, dan is dat natuurlijk absoluut meer fun.’

Credit: Gabriella Marks

Hoe belangrijk is het voor je dat je in de Muses al jaren speelt met David Narcizo and Bernard George?
‘Ik hou van ze en dertig jaar samen is echt een lange tijd. Echt elke ochtend ben ik weer blij om Dave en Bernie in de toerbus te zien, of als het om 50 Foot Wave gaat Bernie en Rob. Maar om terug te komen op de rolverdeling bij het opnemen: ik ben er niet trots op dit te melden, maar ik speel op de albums bijna alles zelf in. Ik breng jaren door in de studio, mijn bandgenoten af en toe eens een weekeinde. Het lijkt me sterk dat jij in een opname het verschil kan horen tussen de  bands of een soloplaat.’

Oh? Het gekke is dat als je mij blanco je laatste solo-album en je nieuwe Muses album had laten horen en mij had gevraagd welke het solo-album is, had ik het Muses album genoemd. Je composities op je solo-album vond ik meer ‘Muses-achtig’.
‘Dat is interessant. Want allebei zijn in feite solo-albums. Het enige verschil is dat ik altijd open sta voor vrienden die toevallig eens langs komen en stukken meespelen. Kijk, je moet het zo zien, die drie verschillende namen waaronder ik muziek uitbreng, die zijn er omdat ik dan veel meer kan uitbrengen dan ik zou mogen onder maar één naam. En als ik niet veel muziek kan uitbrengen, dan breekt dat mijn hart.’

Je nieuwe Muses-album Sun Racket heeft een tamelijk radicale sound. Hoe is die ontstaan?
‘Telkens als ik de eerste dag de studio in loop voor een nieuwe sessie, weet ik precies wat ik met de productie wil. Ik weet welke versterkers ik ga gebruiken, waar de microfoons worden geplaatst, hoe ik een specifieke analoge reverb die niet digitaal klinkt kan creëren, hoe lang ik effectpedalen kan gebruiken voordat ze Frankenstein-achtige monsters worden… enzovoorts. En…. ik heb het altijd bij het verkeerde eind, hahaha. En dat is toch prachtig?! Het betekent dat de liedjes de baas zijn. Die vragen om wat ze nodig hebben. Net als kinderen. Als je ze probeert te zeggen wat ze moeten doen en wie ze moeten zijn, zullen ze nooit interessant worden. Dus, nee, in muziek moet je niet proberen heel bewust te opereren. Je kundigheid als muzikant moet voortdurend worden aangescherpt, maar daarbij moet je altijd je inspiratie volgen. Is die niet leidend, dan maak je iets doods.’

Op de plaat klinkt je gitaar vreselijk gemeen. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
‘Mijn favoriete effectenpedaal heeft een overstroming overleefd waarin ik mijn huis en verder alles erin ben kwijtgeraakt. Ik heb altijd gezocht naar een nieuw exemplaar van dat pedaal, maar die nooit kunnen vinden. Tot ik merkte dat ik de sound van een verdronken pedaal eigenlijk wel mooi vond. Dus nu dompel Ik al mijn pedalen onder. Nee hoor, dat is maar gekkigheid. Doe dat niet thuis, het is een stomme suggestie.”

De sound van Sun Racket is bij vlagen zo extreem, dat het mij aan Low’s Double Negative deed denken. Hoe ver kun je gaan bij het maken van uitdagende sounds?
‘Tja, sound is een groot open speelveld vol mogelijkheden. Het is grenzeloos, zolang je maar uitnodigend blijft voor een luisteraar.’

Op de plaat staat een liedje Bywater waarin je vertelt over een goudvis die Freddie Mercury heet. “Who’s goldfish in the toilet? Don’t flush it…it’s Freddie Mercury, shining orange unhinged, a mustached amputee heading out to sea.” Heeft die echt bestaan?
‘Jaaaa, en het was een wonderbaarlijke goudvis. Hij heeft samen met ons een busongeluk overleefd. Mijn kinderen waren er dol op. Hij had een mooie rechte zwarte lijn op zijn rug, een snor over zijn mond en miste een vin. Toen hij dood ging, tijdens een feestje in New Orleans, durfde niemand hem door de wc te spoelen. We konden dat niet over ons hart verkrijgen.’

Kristin, de jaren gaan tellen, muziek maken is een zwaar leven. Hoe hou je dat vol?
‘Operazangers beginnen qua stem pas in vorm te komen als ze in de veertig zijn. Dat voel ik ook zo. Ik heb nu de stem waar ik naar verlangde, al die jaren waarin ik vond dat mijn stem te dun was. En ook fysiek verandert er niet veel. Ik hoop dit voor altijd vol te kunnen houden. Wat ‘voor altijd’ dan ook moge betekenen.’

Credit Orrin Anderson