Tekst: Susanne van Hooft en Florian Baudouin
Foto’s: Bente van der Zalm

Nadat we vorige week tijdens Hear Hear een voorproefje van de kwaliteitsstandaard van de organisatie van Pukkelpop hebben kunnen nemen en nu onze oren nog maar net aan het herstellen zijn, worden we een volgend universum ingestuurd van muziek in al zijn verscheidenheid. En het overtreft je stoutste dromen! Na een twee jaar durende onderbreking als gevolg van het coronavirus, heeft Pukkelpop alles uit de kast gehaald met een waanzinnige line-up en een aantal geweldige headliners. Dit jaar wilden de organisatoren ook aandacht besteden aan het psychologisch welzijn van de festivalgangers met het programma “We Care A Lot”, dat in samenwerking met verschillende deskundigen en organisaties werd ontwikkeld om het gevoel van veiligheid en goodwill onder de ongeveer 70.000 aanwezigen te bevorderen. Voeg daar het zonnige weer aan toe en alle ingrediënten voor een goed weekend lijken aanwezig te zijn. Donderdag begon het festival, maar wij genoten vanaf vrijdag mee. Die dag zagen we optredens van Pitou, Wargasm, Nothing But Thieves, King Hannah, Declan McKenna, While She Sleeps, Tamino, Cypress Hill, Ghostemane en Slipknot.

Het gitaargeweld klinkt al lang voordat we de entree van Pukkelpop betreden. Met elke beat gaat ons hart sneller kloppen; we voelen ons meteen weer thuis. Eenmaal voorbij de poortjes klinken in een andere hoek dancebeats voor de ander soort fanaten. En tussen al deze herrie, in de Castello, staat de heerlijk eigenzinnige singer-songwriter Pitou met haar vierkoppige begeleidingsband. We zijn niet de enigen die van deze afwisseling houden, want de tent is gelukkig fatsoenlijk gevuld. Met pretogen doet Pitou waar ze goed in is: zingen. Kenmerkend voor de nummers is niet alleen haar trefzekere stem maar ook de geslaagde harmonieën van de vocals. Blij vertelt Pitou dat haar nieuwe single ‘Angel’ vandaag is uitgekomen. Binnenkort kunnen we het debuutalbum van haar verwachten. Aan de reacties te zien van vandaag zijn er behoorlijk wat mensen die hier reikhalzend naar uitkijken, want het publiek is erg enthousiast. (SH)

Pitou

Daarna gaan we naar de Backyard, het podium dat gereserveerd is voor de “buitenbeentjes” van het programma (dat wil zeggen artiesten die nog wat alternatiever zijn dan de rest) voor de set van Wargasm. We zien de zaal langzaam vollopen terwijl we ongeduldig wachten tot de ‘vijandelijkheden’ beginnen. Plotseling valt de duisternis in terwijl een monster ons vertelt dat “iedereen over war praat… maar niemand over het gasm“. Als er al twijfel bestond over wat deze beste mensen ons komen vertellen, dan is het waarschijnlijk waar. Het duo elektronische rock en nu-metal, Milkie Way aka Rachel Hastings op zang en bas en Sam Matlock op zang en gitaar, komt met een energiek en agressief geluid. Dit bestaat uit het afwisselen van de geschreeuwde partijen van Matlock en de heldere/rap zang van Milkie Way. Het acteren van de band is erg tweederangs, vooral in Hastings’ wulpse intonaties. We kunnen niet anders denken dan aan een soort metalversie van Die Antwoord, met een zeer aanwezige seksualiteitskwestie en een duo gevormd door een vrouw die een bimbo-rol speelt, vergezeld door een man die een vleugje waanzin in het geheel brengt. Dit alles kan best vermakelijk te zijn, maar wij vinden het nogal overbodig en enigszins onverteerbaar. Je krijgt de indruk dat ze meer vertrouwen op het uiterlijk van Milkie Way dan op de muziek, en laten we eerlijk zijn, dat is zonde. (FB)

Wargasm

Voor de eerste keer, gaan we naar de Main Stage. Ondanks het grote podium blijft Nothing But Thieves een echt vriendenbandje, want hoe groot het podium ook is, ze staan lekker dicht bij elkaar. Natuurlijk staan er veel mensen te wachten om deze band te zien; een optreden van Nothing But Thieves staat garant voor energie en meegevoerd worden met de pakkende hits. Maar de zon knettert wel erg hard op het veld, dus waarschijnlijk hebben ook veel mensen de schaduw van de andere tenten opgezocht. Het grote veld is niet stampvol, maar lekker gevuld zullen we maar zeggen. We horen vooral de hits die dan ook luidruchtig meegezongen worden in de eerste regionen. Om de mensen daarachter te bereiken moeten de jongens best nog wat moeite doen. Voor behoorlijk wat mensen is het de eerste keer dat zij de band live aan het werk zien en dan doen uptempo nummers het vaak beter dan de rustigere. De set wordt zorgvuldig opgebouwd als een vakkundig kampvuur. De bandleden zijn zelfs even onzichtbaar door het minder vakkundige gebruik van het rookkanon. ‘Ah daar zijn jullie!’ roept zanger Connor Mason als de rook is opgetrokken.  Na drie kwartier wordt het vuur verder opgepookt en is iedereen van voor tot achter klaar om mee te zingen met ‘Impossible’ en daarna met ‘Amsterdam’. Nothing But Thieves stapt vervolgens waarschijnlijk dik  tevreden van het podium’. (SH)

Nothing But Thieves

En dan gaan we snel, snel naar de Lift, een van de middelgrote podia, voor de set van King Hannah. Als we aankomen is de show al een paar minuten begonnen. We kunnen dus onmiddellijk Hannah Merrick en Craig Whittle zien optreden voor een publiek dat aandachtig luistert. In die eerste minuten is de muziek inderdaad heel rustig, ontspannend en het heeft iets hypnotisch. We horen alleen de heldere arpeggio’s van Craig Whittle waarop de zachte stem van Hannah Merrick wordt geplaatst. Deze laatste staat voor het ogenblik erg statisch op het toneel en neemt houdingen aan die erop zouden kunnen wijzen dat zij een beetje geïntimideerd is. Dat lijkt te veranderen wanneer ze de gitaar oppakt en meer op haar gemak lijkt. Sommige nummers hebben een etherische sfeer, zoals wanneer er alleen een gitaar-zang duet is, maar andere, waar de heldere en galmende arpeggio’s worden ingeruild voor vervormde riffs en lange solo’s, zijn zeker zwaarder. (FB)

King Hannah

Misschien is het je al opgevallen, maar de Britse Declan McKenna is het boegbeeld van CHAOS. Hij staat voor jong en eigenzinnig. En hoewel hij inmiddels al wat jaartjes meedraait, is hij de eigenzinnigheid niet verloren. Dat bewijst het zwarte latexpak waarin hij is gehuld en natuurlijk vooral ook de nummers die nog net zo kritisch zijn als zijn eerste grote hit ‘Brazil’. Hutje mutje staat iedereen op elkaar geplakt in Club. Buiten dreigen donkere wolken de zon te verdrijven, dus het zou zomaar kunnen dat binnen tien minuten de Club nog voller is door mensen die vluchten voor de regen. Maar tot dus ver is het eigen publiek dat een glimp van McKenna wil opvangen. Er zijn duidelijk veel fans aanwezig die alle liedjes woordelijk meezingen. In de loop van de jaren is McKenna uitgegroeid tot een echte frontman van de band. Als een vis in het water beweegt hij op het podium. Deze stage is precies het juiste formaat en de liedjes hebben genoeg tempowisselingen om mensen die bij de rustigere delen in slaap gewiegd zouden kunnen worden, bij de les te houden. (SH)

Declan McKenna

Even later zijn we weer te vinden in de Backyard voor een set waar veel mensen naar uitkijken, namelijk die van While She Sleeps. While She Sleeps is een Britse band die zich sinds de jaren 2010 heeft gevestigd als een van de leiders van de metalcore-scene. De zaal zit natuurlijk vol en het publiek is klaar om te strijden. Al snel wordt duidelijk dat de band ook in de aanval is, gezien de energie die ze tonen. Als zanger Lawrence Taylor niet aan het schreeuwen en gebaren is, schreeuwt gitarist Mat Welsh wel tegen het publiek. Ze openen met ‘Sleeps Society’, het hoogtepunt van hun laatste album, en bij het tweede nummer, ‘Anti-Social’, bevindt Lawrence Taylor zich zingend in het midden van het publiek. Het publiek is zeer ontvankelijk, springt op en neer of begint een circle pit op ‘Eye to Eye’, een single die dit jaar is uitgebracht. Tot groot genoegen van de fans brengt de band natuurlijk ook hun twee hits ‘You Are We’ en ‘Silence Speaks’ ten gehore. (FB)

While She Sleeps

Nog even wachten en dan verschijnt het nieuwe album van Tamino. Vandaag laat hij al enkele nieuwe nummers horen, maar natuurlijk komen ook ouder werk aan bod. Tamino laat de muziek voor zichzelf spreken en zegt zelf niet veel tussendoor. Wie hem een beetje kent weet dat hij geen jolige prater hoeft te verwachten. Af en toe een ‘mercie’ en dan hup, op naar het volgende nummer weer. Dit vraagt best wat van het publiek en zeker achterin is het lastig om aangehaakt te blijven als je voor gezelligheid en meezingen komt. Desondanks gaan veel mensen, net als Tamino, op in de muziek. Meezingen kan uiteindelijk toch met ‘Indigo Night’ en dat wordt hard gedaan. Als het nummer is afgelopen klinkt een heel luid applaus en zien we eindelijk een ontspannen gezicht bij Tamino. Natuurlijk is ‘Habibi’ de afsluiter en tijdens dit nummer is de Marquee zo stil zoals de Marquee eigenlijk niet kan zijn. Tot het nummer afgelopen is want het is duidelijk dat Pukkelpop Tamino op handen draagt. (SH) 

Tamino

We verplaatsen ons weer naar de hitte van de Main Stage voor de set van absolute hip-hop legendes Cypress Hill. We beginnen met een tien minuten durende intro met DJ Lord die rock- en metalklassiekers mixt. Daarna verschijnen de andere leden van de band. Ze zijn niet allemaal aanwezig, er staan er maar drie op het podium: DJ Lord, die niet de officiële DJ van de band is, B-Real, een van de twee zangers en Eric Bobo, de percussionist. B-Real komt op het podium gewapend met een grote joint, zoals bekend heeft de band zich altijd sterk gemaakt voor de legalisering van medicinale en recreatieve cannabis in de VS. Het publiek zal blij dat de band enkele van hun grootste hits, zoals ‘Insane in the Brain’ of ‘Jump Around’, ten gehore brengt. We betreuren het een beetje dat het rock-aspect van de muziek van de band ophield bij de intro, maar het is natuurlijk geen straf om deze legendes in actie te zien. (FB)

Vandaag voor de derde keer terug in de Backyard, dit keer om het universum van een bijzondere artiest te ontdekken, namelijk Ghostemane. Hier worden we getrakteerd op een ongewone mix van trap, black metal en industrial metal. Samengevat is het meestal gerapte of geschreeuwde zang, altijd met die vocale verzadiging die eigen is aan black metal, dat alles op zeer duistere instrumentale stukken en teksten, met een sterk industrieel onmenselijk kantje. Het optreden is gedurfd, bijzonder en tamelijk geslaagd zolang je het eindresultaat waardeert. Je haat het of je houdt ervan, en wij neigen ertoe de tweede optie te kiezen! Dat geldt ook voor het publiek in deze overvolle Backyard, dat werd ondergedompeld in een soort macabere trance (FB).

Ghostemane

En ’s avonds laat komt het moment waar we op hebben gewacht, het moment om de headliner van de dag te zien, een band die zijn stempel heeft gedrukt op de metal scene aan het begin van deze eeuw: Slipknot! Na een paar samples schijnt plotseling het licht op de band, die begint met ‘Disasterpiece’ en gevolgd wordt door grote klassiekers van al hun albums, van ‘Wait and Bleed’ tot ‘Psychosocial’, via ‘Unsainted’ en zelfs het album dat in september komt, met ‘The Dying Song (Time To Sing)’. Het negental uit Des Moines zijn op een goede avond (als ze dat soms niet zijn), steeds muzikaal zuiver en beweeglijk op het podium, met Corey Taylor in topvorm, voortdurend in interactie met het publiek. Net als de band klaar is met ‘Duality’, dat het laatste nummer van de set zou moeten zijn, onderbreekt Taylor de band abrupt door uit te roepen: “Wowowoaw, I said one last song!”, voordat de band verder gaat met ‘Custer’, om vervolgens hetzelfde nog eens te doen voordat ze eindigen met ‘Spit It Out’. De duisternis valt weer in, als ‘(515)’ de intro van Iowa, het tweede “officiële” album van de band, te horen is. We begrijpen wat er gaat gebeuren en inderdaad, enkele ogenblikken later verschijnt de band opnieuw om ‘People = Shit’ uit te voeren alvorens te eindigen met ‘Surfacing’.

Een Slipknot show is altijd een geweldig moment en deze set is geen uitzondering op de regel. Het enige minpuntje, dat ons vaak opviel op de mainstage, maar ook in de Marquee, was dat er veel, veel te veel bas was en je Taylor nauwelijks kon horen zingen, of iets anders wat dat betreft. Gelukkig wordt dit probleem in de komende dagen verholpen! We kunnen in elk geval deze eerste Pukkelpopdag met een brede glimlach op ons gezicht afsluiten. (FB)