Tekst: Susanne van Hooft en Florian Baudouin en Bente van der Zalm
Foto’s: Bente van der Zalm
Geen tijd om te treuzelen, na een verrassend rustige nacht op de camping die wat verder van het terrein ligt, drinken we een koffie en nemen de bus terug naar het festivalterrein voor wat een drukke dag belooft te worden. Deze tweede dag zien we Mooneye, killthelogo, The Clockworks, Vukovi, De Staat, The Murder Capital, Aurora, Shame, Palaye Royale, Wet Leg, Tame Impala en Frank Carter & The Rattlesnakes.
De dag begint rustig met Mooneye, die op het Club-podium optreden. Mooneye is een Belgische band, gevormd in 2019, die van de verschillende lockdowns gebruik heeft gemaakt om aan hun eerste album te werken. Muzikaal gezien bieden ze een nogal old-school pop-rock, een beetje zoals Coldplay, erg melodieus. We horen vaak een elektro-akoestische ritmegitaar begeleid door melodieuze elektrische gitaarpartijen, die zorgen voor een meerderheid van kalme en ontspannen ballads. Dus we beginnen traag in een club die nog niet erg vol is, maar het is dan ook pas het begin van de middag. (FB)

Het ziet er naar uit dat we vandaag de meeste tijd in de Backyard zullen doorbrengen. We bevinden ons daar dus al in de vroege namiddag voor het concert van killthelogo, een Belgische post-hardcore band gevormd rond voormalige leden van Facedown en .calibre. De band is genoemd naar de naam van .calibre’s enige album, uitgebracht in 2002. Hoe dan ook, de verschillende hoofdrolspelers timmeren al twintig jaar aan de weg zonder er ooit echt in geslaagd te zijn zich op internationaal niveau een plaats te veroveren. Dit soort huiselijke omgeving lijkt hen goed te passen. Aan het begin van de middag is er nog weinig publiek in de Backyard, maar deze zal geleidelijk vollopen naarmate de set vordert. Killthelogo gebruikt mooie contrasten tussen melodieuze atmosferische gedeelten en andere verwoestende gedeelten waar zanger Daniel Mies boos teksten schreeuwt over verschillende politieke kwesties. Killthelogo brengt oude liedjes ten gehore van .calibre bedoeld voor de “45-plussers”. De zanger aarzelt niet om de zaal in te gaan en te zingen tussenin het publiek. Wat deze groep neerzet is interessant en wij zullen hen op de voet volgen! (FB)

Liefhebbers van postpunk kunnen hun hart ophalen deze zaterdag. In de middag zien we The Clockworks in de Lift. Net als Fontaines DC en The Murder Capital komt deze band uit Ierland. Als we moeten vergelijken, dan is The Clockworks eerder familie van de eerste dan van de tweede, maar dan klinkt het nog ietsjes meer pop. De vier man sterke band staat vandaag met maar liefst vijf man op het podium. Gitarist Sean Connelly heeft nog maar kort geleden zijn arm gebroken en heeft daarom zijn gitaar tijdelijk ingeruild voor een tamboerijn. Gelukkig is er op korte termijn een vervanger gevonden die knappe meanderende melodieën uit zijn gitaar kan toveren. Sterke troef van de band zijn de tempowisselingen. Het was een aangename kennismaking. (SH)

De Backyard heeft zeker moeite om vol te raken vandaag! Het is nog steeds vrij rustig als de dag in volle gang is en zelfs als het Schotse alternatieve rockduo Vukovi verschijnt, verandert dat niet echt. Ze laten zich er echter niet door van de wijs brengen en frontvrouw Janine Shilstone, gitarist Hamish Reilly en de begeleidende sessiedrummer doen hun best om iedereen wakker te schudden. Hun alternatieve rock is aanstekelijk met toegankelijke popmelodieën en een electro randje door gesyncopeerde ritmes en het gebruik van synth samples. Het is jammer dat er weinig mensen zijn om de sfeer van deze set te bepalen, want hun muziek is gemaakt om te dansen! (FB)

Terug naar de Main Stage met de eerste grote act van de dag wat ons betreft, de Nederlandse De Staat. Ze zijn langzaam begonnen met het veroveren van Europa nadat ze Muse vergezelden op een paar data van hun tour in 2016. Een korte intro-sample galmt over het veld voordat zanger Torre Florim plotseling verschijnt, een statische, ongezonde glimlach op zijn gezicht. Net zo plotseling, begint de band te spelen. De bas- en synthesizergeluiden staan centraal en geven de stijl van de band een elektronisch randje, terwijl de vierkante riffs die niet naar links of rechts uitsteken een industrieel randje geven. Florim’s vocalen zijn krachtig en klinken alsof hij slogans scandeert, zoals op “Who’s Gonna Be The GOAT?”, dat een echte oorworm is. Ook het beheer van de meervoudige stemmen is opmerkelijk, met in sommige nummers een aantal ongelooflijke vraag- en antwoordspelletjes. Ze eindigen hun set met hun grootste hit, “Witch Doctor”. (FB)
En niet veel later zien we The Murder Capital. De band heeft onlangs aangekondigd dat album nummer twee niet heel lang op zich zal laten wachten. Dit merken we ook aan de vele nieuwe nummers die deel uitmaken van de set van vandaag. Het is niet verrassend dat er ook voor deze band veel liefhebbers zijn gekomen die al vrij snel in de startblokken staan om te moshen. Zanger James McGovern is gewend om in het publiek te gaan, maar in eerste instantie ziet de beveiliging dit niet echt zitten. Ze schrikken zichtbaar als McGovern op het hek gaat staan, klaar om een duik te nemen bij het slotnummer ‘Don’t Cling to Life’. Ze houden hem vast aan de broekriem om te voorkomen dat hij dit daadwerkelijk gaat doen. Een beetje geïrriteerd kijkt hij om en probeert zich te bevrijden uit de greep. Uiteindelijk lukt het hem om los te komen, tot vreugde van de Club. (SH)
Dit is misschien het moment van de dag waar we het meest naar uitkeken. Om electro-pop ster Aurora ons te laten hypnotiseren. Na op 20-jarige leeftijd groot succes te hebben geboekt met haar debuutalbum All My Demons Greeting Me as a Friend, dat als een absoluut meesterwerk wordt beschouwd, bracht de Noorse popster dit jaar haar vierde album uit, The Gods We Can Touch, dat meer ruimte laat voor akoestische klanken en haar persoonlijke gevoelens. Al 15 minuten voor de show gaan de muzikanten van Aurora het podium op om zich klaar te maken, terwijl het publiek, dat voor het podium zit om er zeker van te zijn dat ze de beste plaatsen hebben, ongeduldig wacht. Na een korte verdwijning keren de muzikanten terug, ditmaal gevolgd door Aurora, die wordt verwelkomd door het gejuich van het publiek. We beginnen de set met ‘Churchyard’. Aurora staat in vuur en vlam en beweegt met gratie en elegantie over het podium. Gedurende 50 minuten speelt ze enkele klassiekers van haar eerste album zoals ‘Runaway’ of ‘Warrior’, nummers van haar nieuwe album zoals ‘Cure For Me’ of ‘Giving In To The Love’ dat het slotnummer zal zijn, maar ook en vooral nummers van de albums Infections of a Different Kind (Step 1) en A Different Kind of Human (Step 2), en dat is voor ons een beetje spijtig want wij vinden deze twee opusen grotendeels inferieur aan de twee andere. Maar dat zijn echt de puntjes op de i, als je bedenkt hoe Aurora het publiek verblijdt. Soms vinden we haar houding een beetje te veel van het goede. Als je haar wel eens live hebt gezien weet je wat we bedoelen, maar misschien is het gewoon haar manier van zijn. In ieder geval geeft ze echt het gevoel van oprechte liefde voor iedereen in de kamer en daarbuiten, en dat is heel mooi. (FB)

Aan het begin van de avond betreedt de volgende postpunkband het podium. Shame lijkt inmiddels een oude rot; de band bestaat al bijna tien jaar en heeft inmiddels tonnen aan podiumervaring. Het neemt niet weg dat de bandleden zelf nog maar halverwege de twintig zijn en op het podium staan alsof hun leven ervan af hangt. Vanaf de eerste tonen vonkt de energie over en weer. Oude nummers zoals ‘Dust On Trial’ en ‘One Rizla’ worden met gejuich ontvangen, maar er is ook ruimte voor nieuwer werk. Zanger Charlie Steen wijst de mensen op het bord dat crowdsurfen niet mag en voegt er een beetje overbodig aan toe dat ze zich daar toch echt niet aan hoeven te houden. Alsof iemand zich tegen zou laten houden. Het krioelt alsof het een lieve lust is. Muzikaal gezien staat het als een huis, het vijfde bandlid dat sinds een paar jaar deel uitmaakt van de band maakt het geluid nog meer solide. Ook Steen zoekt veel toenadering tot de mensen. De beveiliging heeft het al een beetje opgegeven om mensen tegen te houden, de sfeer is goed. En dat is eigenlijk wel tekenend voor de gemoedelijke sfeer op het hele festival. (SH)

Deze keer is de Backyard vol! Dat is niet verwonderlijk, want het is Palaye Royale die op het punt staat op te treden. De artrockband heeft drie albums op zijn naam staan, waaronder het veelgeprezen ‘The Bastards’, met daarop de hit ‘Lonely’, die meer dan 60 miljoen keer is gestreamd en waarvan de video 8 miljoen views heeft op Youtube. Dat geeft je een idee van hun populariteit. Ze hebben er geen moeite mee om het publiek in beweging te krijgen met hun energieke en aanstekelijke composities. Zij maken gebruik van de cheatcode ‘Seven Nation Army’ om ervoor te zorgen dat echt het hele publiek meedoet, zelfs degenen die alleen maar ronddwalen in de Backyard. De stem van Remington Leith past overigens goed bij het liedje. Ze eindigen hun set met ‘Lonely’, dat we al eerder noemden, met een piano in het eerste couplet, voordat de rest van de instrumenten hun intrede doen. We merken dat hun geluid veel zwaarder is dan in de studio. Hier krijg je soms de indruk dat je naar heavy metal luistert, terwijl in de studio de grenzen van de rock nooit zijn overschreden. (FB)
Wet Leg is natuurlijk een heuse sensatie waarbij het spannend is of de aanstekelijkheid van de nummers ook live overkomt. De nummers “Chaise Longue’ en ‘Wet Dream’ bezorgden de band een hype status. Niet alleen wij waren nieuwsgierig, maar met ons duizenden anderen, want de Club puilt werkelijk uit. De mensen zijn welwillend dus het Britse duo hoeft weinig te doen om de sfeer er in te krijgen. Slim natuurlijk om al vrij snel je nieuwe single ‘Too Late Now’ te spelen, zodat mensen al mee kunnen zingen. Af en toe dreigt het even wat te kabbelen, maar de set is afwisselend genoeg om iedereen erbij te houden. Chaise Longue is natuurlijk een heerlijk meezing nummer en je doet de zaal geen groter plezier om met elkaar te kijken hoe lang je kunt blijven schreeuwen. Nee, Wet Leg stelt zeker niet teleur! (SH)
Ook de Britse Yard Act heeft postpunk elementen, aangevuld met indierock. Vol overgave zingt James Smith zijn teksten, alsof hij oprecht boos is en ons hierin wil overtuigen. Smith wil ons niet alleen muziek meegeven, maar ook kledingadvies geven. Zo trots is hij op de broek die hij in Antwerpen heeft gekocht voor vijf euro. Muzikaal zou Yard Act een broertje van IDLES kunnen zijn. Knap dat deze relatief onbekende band veel mensen voor zich weet te winnen. (SH)

Eenmaal aangekomen bij het hoofdpodium voor de headliner van de zaterdag krijgen we een reclame voor een nieuw medisch product te zien. Deze pil heeft invloed op de tijd en alles zou sneller gaan na het innemen ervan. Op zich verbaast dat ons niks want met de muziek van Tame Impala verdwijnen we in een diepe LSD achtig universum. De elektronische muziek bevat veel kleine melodietjes die zich herhalen tot in de duizeligheid. We vroegen ons ons voor de set af of deze Australiërs rondom Kevin Parker genoeg bekend werk hebben om onze aandacht gedurende de hele set vast te houden. Het is waar dat de muziek vaak op de radio voorbijkomt. Recentelijk rondom album The Slow Rush uit 2020 was dit zelfs nog meer het geval. En we kunnen niet ontkennen dat The Less I Know The Better een absoluut anthem is dat overal wel eens gedraaid is. Toch valt soms de aandacht van de kritieke luisteraar een beetje weg in deze LSD sfeer. Wat niet helpt is dat de projectieschermen een groot deel van de set geen live videobeelden uitzenden, maar eerder vage figuurtjes die de muziek goed ondersteunen. Ook wordt er intens gebruik gemaakt van een goede lichtshow en zien we veelvuldig een lucht gevuld met laserstralen boven ons. Alles maakt duidelijk dat dit niet de muziek is voor de stilzitters, slechts voor de festivalgangers die weten hoe ze moeten dansen. En dat is prima voor dit uur van de dag. (BZ)

We zijn terug op de Backyard, dat blijkbaar ons tweede huis is geworden, voor het laatste optreden van de dag en niet het minste, Frank Carter & The Rattlesnakes. De Engelsman heeft zich in de loop der jaren geleidelijk ontpopt tot een boegbeeld van de underground punkrockscene, vooral dankzij de vier albums die hij sinds 2015 met dit project heeft uitgebracht. We hebben erg genoten van “Sticky”, het laatste album, dat we op de 5e plaats plaatsten in onze top 5 albums van 2021. Aan het eind van de avond verzamelde het publiek zich massaal voor dit concert en terecht, want Frank Carter en zijn band zijn beruchte showmannen. Naast het produceren van kwaliteitsmuziek, ongelooflijk catchy en met communicatieve energie, weten ze perfect hoe ze het publiek bij de show moeten betrekken. Dus Frank Carter gaat al snel zingend crowdsurfen. Een van de hoogtepunten van de show was de verjaardag van drummer Gareth Grover, die net zijn 40e verjaardag had gevierd en Frank Carter had een verrassing voor hem in petto: voor de eerste keer in zijn leven crowdsurfen. De vreugde op Grovers gezicht is zichtbaar en het is erg ontroerend! Dan wordt er een verjaardagstaart op het podium gebracht terwijl Frank Carter en het publiek Happy birthday zingen. Na dit alles heeft Frank Carter zoals gewoonlijk het nummer “Wild Flowers” gereserveerd voor de vrouwen en beveelt hij de mannen een stap opzij te doen, zodat de dames zich zonder enig risico in de moshpit kunnen vermaken. Voor het laatste nummer vraagt Frank Carter het publiek of iemand weet hoe je een back flip doet. Een man genaamd Louis werd gekozen om de truc te doen. Dus, op Carter’s teken, doet Louis het briljant en de moshpit begint. Dit was een spectaculair einde van de set! Na afloop van het nummer, als de bandleden het podium verlaten, wordt Gareth Glover gefotografeerd met een fles champagne in zijn hand voor de juichende menigte. Wat een mooi gebaar van Frank Carter naar zijn collega! (FB)

Na deze volle dag begeven we ons snel weer naar de camping om nog een paar uurtjes slaap te pakken. Want ja, morgen staat ons weer een drukke dag te wachten met een hoop interessante artiesten.