Tekst: Wim du Mortier

Borka Balogh reisde twee jaar geleden een geliefde achterna naar Nederland. De Hongaarse bezingt nu op een eerste volwaardige plaat de confrontatie met de duistere kanten van haar gevoelsleven waarmee zij werd geconfronteerd toen die liefde ophield, zoals dat nu eenmaal hoort volgens de lyriek rond grote grensoverschrijdende liefdes. Bijgestaan door Nederlandse bandleden stort zij haar hart uit. Daar is niks mis mee, vertelt zij in een beschrijving van het werkstuk: ‘Negatieve aspecten horen ook bij het leven. Ik wil mijn luisteraars het gevoel geven dat ze er met hun zorgen niet alleen voor staan’. 

Het is geen doomwave geworden of keiharde melancholische metal, maar honingzoete liedjes in een bedje van lichte pop vol lucht en reverb. Alle ruimte is er voor Borka Balogh om haar vocale kunsten te etaleren. Af en toe gedubbeld met een effectief tweede stemmetjes pakt dat goed uit. Maar het is ook meteen de troef waar de plaat het van moet hebben. De liedjes zijn onopvallend, het spel veilig. Waar het vooral mis gaat, is dat ondanks het verdriet dat schuil moet gaan achter de liedjes het een beetje zoeken is naar die grootse duistere emoties. Zowel de stem als de wijze waarop de band speelt, is te netjes en afgemeten; nooit vliegt het uit de bocht. Maar voor wie troost zoekt voor vers verdriet, is hier vast een en ander te vinden, als de vorm waarin Borka Balogh dat giet je aanspreekt.

Borka Balogh presenteert haar plaat 30 september in Cinetol in Amsterdam