Tekst: Wim du Mortier

Dilemma: hoe vermijd je het vermelden van de oorsprong van muzikanten in een nieuw gevormde band omdat het erop lijkt dat zij dat liever niet hebben, maar gaat het om twee leden van Fugazi? Je ziet scribenten er mee worstelen, komt oproepen tegen op te houden met vergelijkingen met Fugazi, anderen kiezen gewoon het rechte pad en melden de feiten en maken de voor de hand liggende vergelijking.

Je kunt je wel iets voorstellen bij wat de muzikanten drijft bij de door anderen gepercipieerde voorkeur om niet met hun verleden te worden geconfronteerd bij de introductie van hun nieuwe werk. Je wil immers graag dat dit werk gewoon op zijn merites wordt beoordeeld.
Nu is het ook maar de vraag of Ian Mackaye, zijn vrouw Amy Farina en bassist Joe Lally er echt zo mee zitten, al is het misschien ook als een vingerwijzing op te vatten dat er op hun pagina bij platenmaatschappij Dischord geen woord aan vuil wordt gemaakt. Daar wordt enkel gemeld: ‘Coriky is a band from Washington, D.C. Amy Farina plays drums. Joe Lally plays bass. Ian MacKaye plays guitar. All sing.’ En in het rijtje gerelateerde bands staat dan ook Fugazi.
Over het trio wordt al een poosje knap geheimzinnig gedaan. Ze treden al niet vaak live op, maar bij zo’n gebeurtenis onlangs is aanwezigen gevraagd niets ervan vast te leggen. Er is ook geen snipper, geen foto of videofragment, te vinden op het web. Trouwe berekenbare fans dus. Bijzonder.

Maar goed, genoeg geluld. Coriky is een drietal uit Washington, DC, met twee leden van Fugazi, dat een fantastische debuutplaat heeft gemaakt. Een plaat die alles heeft. Opwindende muziek, hard, scherp, dan weer mateloos swingend en groovend, intens, emotioneel, in your face, met teksten die humor én politiek activisme verenigen. Een kunstwerk.
Omdat we Fugazi zo node missen – die intensiteit en energie gecombineerd met inhoudelijke diepgang en wurgende dissonanten in het messcherpe gitaarspel en die swingende baslijnen – is Coriky niets meer en niets minder dan een godsend. En niet alleen omdat je niet dichter bij Fugazi kunt komen.

Ian Mackaye maakte eerder samen met Amy Farina onder de naam The Evens een paar platen, maar die hadden minder impact. Alsof de rollende baslijnen van Lally nodig zijn om Mackaye te triggeren om weer eens goed zijn bek open te trekken en indrukwekkend razendsnel zijn plectrum over de gitaarsnaren te laten rollen. Het levert kippenvelmomenten bij de vleet op. ‘Have A Cup Of Tea’ bijvoorbeeld geeft ons rond minuut twee zo’n heerlijk Fugazi-groovend moment op. ‘Too Many Husbands’ en ‘Shedileebop’ idem dito. Hoor die razendsnelle gitaarpartij van Mackaye, die funky baslijnen van Lally, fantastisch!

We zijn ook terug bij de esthetiek van de hardcore uit de jaren negentig als het gaat om de productie. ‘Say Yes’ klinkt zo jazzy als Karate en ook de opnametechniek doet daar sterk aan denken. Het klinkt heerlijk kaal en direct, alsof je bij ze in het oefenhok staat, maar is dankzij wat slimme overdubs en opname trucjes prachtig en super vet.
Ook de politieke lading sluit bij die esthetiek aan. ‘Clean Kill’ refereert niet naar corona – ook al doet de tekst ‘never enough soap and water’ dat vermoeden – maar uiteraard aan een vuile oorlogsvoering op afstand van achter het beeldscherm. En in ‘Inauguration Day’ verwerkt Coriky – dat al jaren werkte aan deze plaat – nog altijd de opkomst van Trump.
Het verpletterend goede debuut van Coriky doet verlangen naar de tour die de band zo graag wilde laten volgen op het verschijnen van de plaat.

Tot slot: verwarring in release land. Van veel bands is de verschijningsdatum verschoven in verband met corona. Dat geldt ook voor deze plaat. Coriky ligt volgens plan eind juni in de winkel – het vinyl laat mogelijk nog iets langer op zich wachten – maar is inmiddels al op streamingsdiensten te beluisteren.

Dischord/ Konkurrent