Tekst: Paul van der Zalm

Had een computer deze recensie kunnen schrijven? Kan een computer kunst maken? Are we human or are we dancer? Zomaar wat vragen die bij je op kunnen komen als je luistert naar het nieuwe album Raw Data Feel van de band Everything Everything dat vandaag uitkomt. Hoewel dit alweer het zesde album is, maakt ons dat niet minder nieuwsgierig, want dit kwartet weet ons altijd weer aangenaam te verrassen. In 2017 wisten de vier ons bijvoorbeeld te overrompelen met het hallucinerende album Fever Dream, waarna ze in 2020 richting Radiohead leken op te schuiven met Re-animator.

Al even verrassend was het kerstcadeautje van 2019 waarop vijf eerdere nummers opnieuw onderhanden werden genomen met het No.6 Orchestra. Door corona zat een tour ter ondersteuning van het verschijnen Re-animator er niet in, afgezien van wat spaarzame optredens in 2021 met hun goede vrienden van Foals. Maar in plaats van bij de pakken neer te gaan zitten, reanimeerden ze zichzelf daadwerkelijk en staken al hun energie in het opnemen van Raw Data Feel. Niet alleen experimenteerden ze er daarbij op los, maar ook produceerden ze het album voor de eerste keer zelf, met een grote rol voor gitarist Alex Robertshaw.

Raw Data Feel is nadrukkelijk geen concept-album is geworden, desondanks is het ombuigen van tegenslag naar een positieve ervaring wel als een rode draad te zien. Het album heeft daardoor een opgewekte toon gekregen, hoewel de teksten verder vooral gaan over wat het betekent om mens te zijn en hoe daarmee om te gaan.
Vaak zijn de teksten onnavolgbaar en kan iedereen er dus ruimschoots zijn eigen interpretatie aan geven. Dat geldt in het bijzonder voor het slotnummer ‘Software Greatman’: voor dat nummer schakelde zanger-auteur Jonathan Higgs zijn eigen gedachten even uit en voedde een computerprogramma met onder andere het klassieke verhaal van Beowulf, de wijsheden van Confucius en de voorwaarden van LinkedIn en vertaalde het resultaat weer naar een songtekst. Maar in ruime zin geldt dit ook voor het hele album; volgens drummer Michel Spearman verwijst de albumtitel naar expressiviteit ‘straight from the heart, the id rather than the ego’, zoals de stream of conciousness die we kennen uit de moderne literatuur. Dat levert dan ook tragikomische teksten op, bijvoorbeeld in ‘Bad Friday’, de eerste voorbode van het album in februari van dit jaar:

“You must have bust me out of my head I’m wondering // How did I get this, blood all over me? // I got the pictures here on my phone mmmm // I can’t remember // (Was it a Friday night?) Was it a Saturday night?”

of neem de volgende regels uit ‘Pizza Boy’ (ondersteund met een video van een optreden):

“But time is fun when you’re just having flies, we can never go back // I’ll have a coke // I’ll have a Pepsi now // You are afraid // That you’re a Pizza Boy”.

Hoewel de instrumentatie op ‘Bad Friday’ spaarzaam is (bijna a capella), is het muzikaal gezien toch representatief te noemen. In de eerste plaats leunt het hele album verrassend vaak op discoritmes zoals we die bijvoorbeeld recent ook tegenkwamen bij de Working Men’s Club. Daarnaast zijn er natuurlijk de kenmerkende falsetstem van Higgs, die hier staccato wordt ingezet, maar in ‘Born Under A Meteor(!)’ lang uitgesponnen tegen een achtergrond van slide- en rockgitaar. Ook regelmatig terugkerende elementen zijn het vraag-antwoordspel in de zang en de koortjes. En dan is er nog de uitgekiende stapeling van instrumenten en geluidjes die de nummers spannend houden. Dat wordt nog eens versterkt doordat de nummers niet zozeer de traditionele songstructuren volgen, maar meer verhalend van aard zijn. Er is ook nog genoeg variatie te horen: ‘Metroland Is Burning’ begint eenvoudig, maar wordt daarna complexer, ‘Leviathan’ begint en eindigt met dissonanten, maar klinkt daartussenin melodieus met jazz-achtige zang. Nummers als ‘Shark Week’ en ‘HEX’ klinken wat experimenteler, terwijl ‘Kevin’s Car’ juist bitterzoet is en in de buurt komt van een artiest als Rufus Wainwright.

De single ‘Jennifer’, die eveneens vandaag uitkomt, beschouwen de bandleden zelf als een uitstapje naar zonovergoten Californische softrock. Het intro heeft wat weg van dat van ‘Take On Me’ van A-ha. Sleutelzin hierin is “Try it again / try it another way” en dat maakt dat Everything Everything steeds beautifully unconventional blijft.

AWAL/ V2

Foto: Kit Monteith