Tekst: Dennis de Waard

Er is al een jaartje of twee iets bijzonders aan de hand in indie liefhebbend Nederland. Waar je ook gaat, van Middelburg tot Groningen en van Maastricht tot Schubbekutteveen: overal zie je het karakteristieke logo van Figgie terugkomen. Die twee ruiten met de stippen erin, je ziet ze op shirts op het podium en in de concertzalen, op stickers in het café en op flightcases van andere bands. Nog voordat er een debuutalbum uit is, heeft Figgie de indiescene al in haar zak. Nu is er eindelijk dat debuutalbum Genoeg Houvast; een album dat de status van indiedarlings alleen maar kan bevestigen.

En wat een fijn album is ‘Genoeg Houvast’ geworden:  vanaf de eerste kabbelende gitaarriffjes van de titeltrack tot de laatste klanken van afsluiter ‘Geloof Dit Niet’. Voor een debuutalbum is het knap hoe Figgie zo’n eigen geluid heeft kunnen creëren, namelijk een mix van indierock met hints van slacker- en surfrock met lichte psychedelica à la Pond of Earth Mk. II en poëtische teksten die ook niet mis zouden staan op de eerste albums van Spinvis. Een hele hand vol aan stijlen, maar Figgie rijgt ze losjes aan elkaar. 

Er even in komen is het wel, dit album. Met ‘Genoeg Houvast’ komt de plaat sjokkend uit de startblokken om vervolgens met het fijne ‘Dinsdag’ op een klein drafje door te gaan. Met het briljante ‘Toveren’ gaat Figgie al snelwandelend door. ‘Toveren’ is tekstueel een meezinger in spé: “Wie houdt me tegen om te toveren?” vraagt de band zich af. Wij in ieder geval niet. Al toverend gaat Figgie met de kleurrijkste composities aan de haal met als prijsnummer ‘Vooruit Vooruit’. “Weet ik veel? Zoveel weten we nu”, dit soort gespeel met taal is waar het album van barst en wat het fris houdt.

‘Genoeg Houvast’ is een album dat voelt en klinkt als een enorme déja vù. Het lijkt alsof we het eerder hebben gehoord en beleefd en het voelt al zo vertrouwd, zelfs na één luisterbeurt. Toch hebben we het mis, Figgie is toch écht een verse nieuwe vangst in Nederland. Genoeg Houvast heeft slechts enkele luisterbeurten nodig gehad om zich in ons hart te sluiten en is nu al een Nederpop-klassieker. Laat de clubshows maar komen.