Tekst: Paul van der Zalm
Een ‘Girl Friday’ is de ultieme assistent, zo iemand die er op de achtergrond stilletjes voor zorgt dat alles op rolletjes loopt. De uitdrukking is met name populair geworden door een filmklassieker uit 1940 over een succesvolle vrouw in een mannenbolwerk. Gitariste Vera Ellen en bassiste Libby Hsieh zullen gedacht hebben dat het tijd was voor een assertiviteitsimpuls toen ze elkaar ontmoetten bij een UCLA-feest en besloten een band met die naam op te richten, want deze musici laten zich (net als bijvoorbeeld hun Engelse collega’s Dream Wife) niet zomaar opzij schuiven.
Het debuutalbum Androgynous Mary, dat vandaag verschijnt bij Hardly Art (een onderdeel van Sub Pop voor veelbelovende acts dat bijvoorbeeld ook Chastity Belt in de stal heeft), staat in ieder geval vol pakkende songs met een flinke dosis grrl power. Dit album ligt daarmee in het verlengde van de EP ‘Fashion Conman’ uit 2019 waarop voor het eerst ook gitariste Sierra Scott en drumster Virgina Pettis meespeelden. Zeker in de eerste nummers valt in kwalitatief opzicht niet op te maken dat het hier om een debuutalbum van een jonge band gaat.
De openingstrack ‘This Is Not the Indie Rock I Signed Up For’ is wat dat betreft meteen al een goede eerste kennismaking; na een helder gitaar-intro van bijna een minuut valt de zang in, daarna gaat samenzang over in tweezang en wordt toegewerkt naar een lekker ontsporende climax om vervolgens weer in rust te eindigen.
De teksten op het album zijn origineel en krachtig, maar ook met humor geschreven. De productie is verzorgd en de arrangementen zijn intelligent: er is veel muzikale ruimte rond de zangpartijen die de liedjes lucht geven en het valt op dat ook de kortere nummers volwaardige songs zijn.
Wat verderop in het album lijkt wat minder aandacht aan de productie besteed en klinken enkele tracks alsof ze live in de studio zijn opgenomen. Je kunt die nummers echter zien als hoogwaardige demo’s, wat het weer de nodige charme geeft. De credits daarvoor mogen ook zeker naar producer Norm Block, die recent ook met L7 werkte. Laatstgenoemde vrouwenpowerband zal zonder twijfel een voorbeeld zijn voor Girl Friday, net als Hole die door de band zelf als referentie wordt genoemd. Luister bijvoorbeeld maar eens naar de punkvibe van ‘Earthquake’ dat ook het rebelse van ‘I Love It’ van Icona Pop in zich heeft.
Maar vind je dat nog te braaf en ben je gecharmeerd van Sonic Youth’s Kim Gordon of Shirley Manson van Garbage, zet dan ‘Eaten Thing’ op je menu.
Een van de interessantere tracks op het album is verder ‘Public Bodies’ dat lijkt uiteen te vallen in twee delen, waarbij de band in het tweede deel helemaal los gaat. Ook ‘What We Do It For’ is een erg leuk numer in die zin dat het niet voorspelbaar is en tegelijkertijd een echte oorwurm. Wie Jason is, is onduidelijk, maar in het slotnummer wordt de hoop uitgesproken dat hij ‘happy’ is. Muzikaal gezien grijpt dit nummer direct terug op de openingstrack, met een lang en bezwerend gitaarintro zoals we dat van The Murder Capital kennen. Dat maakt van het album een mooi afgerond geheel en daarmee een van de betere albums van dit jaar.
De vrouw die afgebeeld staat op de hoes is overigens niet ‘Androgynous Mary, maar Helena Rogers, een punklegende en inspiratiebron voor de band uit de scene van Seattle.
Fun fact: de video bij ‘Amber’s Knees’ is een vette knipoog naar (Axl Rose van) plaatsgenoten Guns ’n Roses.
Hardly Art/ Konkurrent
