Tekst: Lucas Rebreyend
“Mycelium”… had King Gizzard 2022 geen lucht meer tijdens zijn fermentatie, wat resulteerde in het verschijnen van dubieuze schimmels in het langverwachte brouwsel? Het is jammer, vooral omdat de gezondheid van het boegbeeld van de band, Stu Mackenzie, de band al gedwongen heeft hun hele Europese tournee af te zeggen wegens een terugval van de ziekte van Crohn (ja, ja, wij waren ook bij de ongelukkigen die hun kaartjes maanden voor de vreselijke aankondiging hadden gekocht) … maar het is slechts uitstel! Profiterend van zijn tijdelijke terugtrekking uit het helse ritme dat de band sinds het begin heeft laten zien (studio/albums/tours/festivalorganisatie/labelmanagement…), biedt onze eerder genoemde Mackenzie ons als verontschuldiging de opname aan van hun Live at Bonnaroo van juni, en laat ons met een ondeugende air weten dat er iets op komst is…
Want het is niet met EEN verrassing dat de zes mannen trots terugkeren naar het front van het podium, maar met een triplet; drie nieuwe albums aangekondigd voor het einde van het jaar, niet minder.
‘Mycelium’ is het openingsnummer van dit eerste opus, waarvan het verontrustende artwork het beste aankondigt van wat de band te bieden heeft op het gebied van psychedelisch, weird, dissonant, experimenteel, kortom van wat ze het beste kennen. En we voegen er nog een laatste adjectief aan toe: onverwacht. Omdat dit album opnieuw de codes van de vorige breekt en ons een gloednieuw Gizzardiaans recept voorschotelt. Op een zeer Brits ritme ontvouwt de band een ode aan paddenstoelen (jawel) en aan hun fundamentele rol in onze evolutie. En dit, meer dan acht minuten lang. Want bij dit album is de formule improvisatie. Elk nummer loopt uit in lange experimentele tracks waar heftige acid gitaarsolo’s zich vermengen met schitterende keyboards. Vlak daarna brengt ‘Ice V’ ons in een sfeer die Santana niet zou hebben miskend met zijn processie van Latin percussies. In de bijbehorende videoclip doet Joey Walker, de belangrijkste sologitarist van de band, een reeks zeer merkwaardige zwierige bewegingen aan de rand van een kustplaats. Er wordt vermeld dat het album werd geproduceerd in de Wurrundjeri regio, een Aboriginal term die volgens de band de erkenning uitdrukt van het oorspronkelijke land waarop het moderne Australië is gebouwd; de strijd voor Aboriginal rechten is een zaak die de band na haar internationale mediatisering na aan het hart ligt.
‘Magma’ zet de eindeloze jam voort door zijn portie verlichte fuzz en etnische blaasinstrumenten uit te rollen, maar de formule loopt wat uit op zo’n lang nummer. We temperen tenslotte met ‘Lava’ en zijn smachtende intro à la Miles Davis periode ’70, alle fluiten uit. De energie komt halverwege het nummer terug in de vorm van een nerveuze en hypnotiserende mantra: “De vulkaan is dood, de lava is dood, dood is leven, de lava is leven” ad vitam.
Uit de titel van dit opus zou men kunnen afleiden dat het om een viering van de natuurlijke elementen gaat. Inderdaad, de natuur -en haar trage moderne kwelling- is een terugkerend thema in de discografie van de band, terwijl een voorloper als ‘Crumbling Castle’ (Polygondwanaland, 2017) al hintte op een sterke interesse in ons milieu en de manier waarop we het uitbuiten. Tegelijkertijd heeft Mackenzie in interviews al meerdere malen zijn fascinatie voor de vergankelijkheid der dingen, en soberder, de dood, toegelicht.
Sfeer… feit blijft dat muziek in deze moeilijke tijden een uitlaatklep blijft om het hoofd hoog te houden bij tegenslag en gebeurtenissen waar niemand echt controle over heeft. Wat de beheersing betreft onthult ‘Hell’s Itch’ een les in meervoudige improvisaties, op een track van meer dan dertien minuten. Maar de echte tour de force, afgezien van de lengte, ligt in het volgende nummer, en vooral de indrukwekkende clip ervan. ‘Iron Lung’, dat vertelt over de vele beperkingen van het leven in dit apparaat dat is uitgevonden om te isoleren van elk contact met de buitenwereld, gaat vergezeld van een psychedelische video, die de caleidoscopische beelden suggereert van een trip op hallucinogenen.
De rook trekt op, en het laatste nummer, ‘Gliese 970’, wordt gezongen in de vorm van een dreigende jazz. In feite is het een verre ster van ons sterrenstelsel waarvan de baan over 1,3 miljoen jaar onze zon zal kruisen… genoeg om je af te vragen.
Via een album dat improvisaties en diverse solo’s hoog in het vaandel voert, vat de band hier de logica van hun live-optredens samen: een enkele melodie rekt zich naar believen uit, volgens de inspiratie, en dit zonder standaardlimieten. Met weinig structuren te verwachten en weinig of geen refreinen, moet deze eerste van drie broers naar worden benaderd als een compact geheel, een mozaïek van ideeën die in elkaar verstrengeld zijn, het resultaat van bijna dertien jaar veelvuldig experimenteren met alles wat met geluid te maken heeft. We kunnen niet wachten op de rest!
Boogie Drugstore / Virgin
