Tekst: Paul van der Zalm
Mei 2021 schreven we het al: King Hannah zou zo maar eens een grote kunnen worden. Dat was toen naar aanleiding van het optreden tijdens het (online) Grauzone Festival. Het was natuurlijk niet helemaal toevallig dat King Hannah daar stond, want de in november 2020 verschenen EP Tell Me Your Mind and I’ll Tell You Mine had al veel (media-)mensen met goede antennes de oren doen spitsen, ondanks dat er vrijwel geen promotie voor was gemaakt. De debuutsingle ‘Crème Brûlée’ was in dit geval geen dessert, maar een smakelijke appetizer. Wie daarvan genoten heeft, kan aanschuiven, want vandaag komt het debuutalbum I’m Not Sorry, I Was Just Being Me uit, met tien nummers uit dezelfde keuken. Zoals we al konden zien, is het project van Hannah Merrick en Craig Whittle inmiddels uitgegroeid tot een echte band, met de toevoeging van Ted White (synth), Jake Lipiec (drums) en Olly Gorman (basgitaar).
Tekstueel gezien blijft Merrick dicht bij zichzelf; zowel in het openings- als het slotnummer verwijst ze naar hoe het begon, toen Whittle in dezelfde Liverpoolse bar kwam te werken als zij – hoewel Whittle een paar jaar daarvoor al onder de indruk van haar was geraakt – en er chemie tussen hen ontstond. Nog dichter bij zichzelf komt het als het gaat over bedplassen als kind in ‘All Being Fine’, maar ook het titelnummer geeft aan dat de mensen haar maar moeten nemen zoals ze is. De jeugd van Whittle horen we terug in ‘Ants Crackling On An Apple Stork’, het enige, low fi-achtige nummer dat hij helemaal voor z’n rekening neemt. Op het album staan drie instrumentale tracks. ‘So Much Water So Close To Drone’ vormt feitelijk het intro van ‘All Being Fine’ en ‘Death Of The House Phone’ is een kort requiem, waaruit de subtiele humor blijkt die het hele album kenmerkt. Aan de andere kant is ‘Berenson’ juist muzikaal kenmerkend, omdat het de sfeer oproept van een Amerikaanse roadmovie, waarvoor het de ideale soundtrack kan zijn, met een lang aangehouden toon als basis. De overige nummers passen daar prima bij en volgen meestal hetzelfde patroon: Merrick die met haar onderkoelde vocalen het eerste deel van het nummer domineert en de ene keer klinkt als een Sharon van Etten of een Lana Del Rey met een snufje Margo Timmins (van de Cowboy Junkies) en Whittle die daar sfeervolle gitaarklanken onder weeft om in het tweede deel helemaal los te gaan. Een andere referentie is Portishead, want ‘Foolius Caesar’ zou heel goed een song van deze band kunnen zijn.
Hopelijk kan Grauzone dit jaar wél live doorgaan, want King Hannah staat terecht opnieuw geprogrammeerd. Het optreden van vorig jaar terugkijken kan overigens nog via deze link.
City Slang
