Tekst: Wim du Mortier

Is het zoete wraak? Een tweede album hoort ten slotte voor de band een kwelling te zijn, niet voor de luisteraar. Die band hoort met de tong op de schoenen het resultaat bij de platenperser in te leveren, nog rood in het gezicht van de onderlinge ruzies en een beetje sacherijnig ook, omdat dit dan een compromis is waar eigenlijk niemand blij mee is. Is het dan zoete wraak dat het Rotterdamse gezelschap Lewsberg de zaken nu eens omdraait? Berekend, vilein? Dat al bij de eerste tonen van hun tweede plaat de luisteraar het voor de kiezen krijgt. Dat die er direct werk van moet maken om het leuk te gaan vinden, of de pijnlijke beslissing moet nemen het direct uit te zetten. Dat die zijn gehoor moet bijstellen, alle conventies aangaande muziek moet herzien of er minimaal vraagtekens bij moet gaan zetten. Dat die naar zijn geluidsinstallatie moet lopen om alle stekkers na te kijken en aan knoppen moet gaan draaien omdat het ineens geen stereo meer is. Waar komt die technische storing ineens vandaan? Net deed ‘ie het toch nog? 

In This House van Lewsberg opent met een loeivals gestemde gitaar. Het is maar hoe je het bekijkt, zal de band je zeggen als je er naar vraagt. Want wat is vals eigenlijk? Zelf besloten ze die anders gestemde gitaarpartij gewoon te laten staan en hen beviel het resultaat. In gewoon Nederlands: wen er maar aan. En inderdaad, na een paar keer luisteren wordt het gewoon. Of toch meer gewoon, maar wellicht voor velen nog steeds een beetje, laten we zeggen, raar. Misschien te veel van het goede. Of toch minimaal onconventioneel.

Daar hebben we een woord te pakken waarmee je Lewsberg kunt karakteriseren: onconventioneel. Assumptions are wrong, so your assumption was…. wrong, horen we Arie van Vliet zingen in het uptempo singletje ‘From Never To Once’. En die uitdaging om je uitgangspunten te bevragen presenteert de band je op hun tweede plaat tien liedjes lang. Gitarist Michiel Klein doet dat zo’n beetje de hele plaat lang met ontsporende solo’s, niet zelden ergens zwevend tussen tonen die volgens de conventie kloppend zouden moeten zijn. Of met solo’s die slechts uit drie tonen bestaan: Joe Bonamassa, eat your heart out. En natuurlijk blijft Arie van Vliet niet achter met zijn praatzang en filosofisch afstandelijke teksten vol vraagtekens. Interrectueel, zou Tedje van Es zeggen. Lewsberg zoekt wel de grens op van het betamelijke. Want als weer een nummer volgt waarin een gitaarsnaar in onmogelijke bochten wordt gewrongen, dringt de vraag zich op of het niet een beetje een geforceerd kunstje wordt. 

In This House, tien liedjes, mono. Opgenomen in samenwerking met Henk Koorn in zijn Haagse Sahara-studio. Met deze plaat gaat Lewsberg verder waar ze waren gebleven met hun succesvolle debuut. Een ongewoon sterk debuut. En dus lastig te overtreffen. Nummer 2 is een plaat die uiteraard opnieuw dicht ligt tegen de traditie van The Velvet Underground en de rammelgitaarpop van The Feelies. Met alle kenmerken die Lewsberg maakt tot wat ze zijn. Of horen we Arie daar nu een beetje soort van zingen in ‘The Door’? Of is het toch Lou? Prima liedjes opnieuw, zoals ‘From Never To Once’ of rustig voortkabbelend ‘At Lunch’ over drinken in lunchtijd; waarom niet eigenlijk? Franje ontbreekt. Al is Shalita’s zang dan wel franje extraordinaire, lichtpuntjes in Lewsbergs grijze zakelijke landschap. Dat verdacht veel weg heeft van de Rijnmond. Ook in de wijze van componeren en arrangeren wordt geen enkele onnodige bocht gedraaid. Het is wat het is. Gitaarpop om je hemd in te verteren. Gelukkig nog steeds een beetje lullig. Ook.