Tekst: Ronald Renirie
Moaning draait al ruim tien jaar mee in de DIY scene van Los Angeles, maar het duurde tot 2018 voordat de band met een volledig album debuteerde op het roemrijke Sub Pop label. Die plaat combineerde grofweg de noise-erupties van labelgenoten METZ, met dik aangezette shoegaze gitaartapijten, en wave-achtige melodieën, zoals we die kennen van bands als The Cure en, meer recent, DIIV.
Het drietal Sean Solomon, Pascal Stevenson en Andrew MacKelvie heeft echter twee jaar later, voor opvolger Uneasy Laughter, de gitaren alweer ingeruild voor breed uitwaaierende synths en dikke drumloops. Nu pakt zo’n koerswijziging niet zelden nogal desastreus uit (met Editors’ elektronische wanprestatie In This Light And On This Evening voorop, om maar een voorbeeld te noemen), maar in het geval van Moaning werkt het wonderwel uitstekend.
De urgentie blijft moeiteloos overeind (de gitaren zijn gelukkig ook niet volledig verdwenen), en de songs krijgen meer lucht dan op het titelloze debuut, waardoor ze opener klinken, en duidelijk aan zeggingskracht winnen.
Het is allemaal net iets minder dichtgesmeerd, waardoor de songs meer ademen, en het drietal de massieve noise voorzichtig wat loslaat, liefdevol vasthoudt aan de shoegaze sound, maar af en toe ook tegen bands als M83 en Dragons aanschurkt. Luister maar eens naar ‘Connect The Dots’ of ‘Fall In Love’).
Op het eerste gezicht, en gehoor, lijkt het overigens wel vreemd dat Moaning ondanks de muzikale koerswijziging op het nieuwe album opnieuw heeft gekozen voor de Britse producer Alex Newport (At The Drive-In, Bloc Party, Death Cab For Cutie), maar ook hij lijkt zich als een vis in het water te voelen bij de nieuwe sound van het trio. Het is dan ook vooral de combinatie van factoren waardoor Uneasy Laughter een flinke stap voorwaarts is voor Moaning.
Sub Pop / Konkurrent