Tekst: Paul van der Zalm

Er gaat niets boven beantwoorde liefde. Je bent in de wolken en je lijkt te zweven. Met ‘(She’s so soft like) Silk Chiffon’, de pakkende openingstrack van het derde album van MUNA, lukt het dit trio uit Los Angeles dat gevoel perfect over te brengen. Het nummer – dat muzikaal gezien dicht in de buurt komt van de hier eerder besproken Hatchie – was vorig jaar al een grote hit en de voorbode van het album dat vandaag uitkomt bij Saddest Factory Records, het label van Phoebe Bridgers.

Bridgers levert ook een vocale bijdrage én is te zien in de bijbehorende videoclip, die een knipoog is naar de romcom But I’m a Cheerleader, die gaat over een meisje dat naar een heropvoedingskamp gestuurd wordt om van haar lesbische gevoelens af te komen. Dat is niet toevallig, want Katie Gavin (leadzang/teksten), Naomi McPherson (gitaar/productie) en Josette Maskin (gitaar/arrangementen) worden beschouwd als rolmodellen die hun queerness omarmen en dat komt in vrijwel alle nummers tot uiting, al gaat het ook over universele relatieperikelen. In ‘Home By Now’, met 4,5 minuut het langste nummer tegen de achtergrond van een stevig discoritme, wordt er bijvoorbeeld gemijmerd over hoe het zou zijn als een relatie niet was verbroken. Die verbroken relatie vormt weer het uitgangspunt van het krachtige ‘Anything But Me’. Dat nummer gaat over het ontsnappen uit een relatie, simpelweg omdat het niet goed voelt. Het gaat erom jezelf en je instincten genoeg te vertrouwen om bij iemand weg te lopen terwijl je nog liefde voor elkaar voelt, voordat het te erg wordt. De video voor het nummer speelt met het idee dat we onze eigen ontvoerders zijn in relaties, en dat we ons daaruit dus ook zelf kunnen bevrijden. Tot zelfreflectie komt het in het country-achtige, meer traditionele ‘Kind of Girl’, met meerstemmige zang en begeleid door een akoestische gitaar; denk daarbij bijvoorbeeld aan collega-artiesten als Haim of Kacey Musgraves. In de begeleidende video wordt gespeeld met gendergebaseerde rollen. Heel anders klinkt dan weer ‘What I Want’, omdat dat sterk lijkt op Lady Gaga’s ‘Paparazzi’.

Tot zover de hoogtepunten. Hoewel de overige nummers zeker niet slecht zijn, missen die dezelfde energie en eigenheid en lijken ze vooral geschikt om opgenomen te worden in de soundtrack van een film. Toevallig heeft MUNA onlangs ook nog ‘Sometimes’ van Britney Spears gecoverd voor de film Fire Island, maar dat nummer staat niet op dit album. Als positieve uitzondering is nog wel ‘Loose Garment’ te bestempelen. Het is een relatief eenvoudig gezongen nummer, met op de achtergrond een ritme als een hartklop en een subtiel spannend muzikaal arrangement, dat daarmee enigszins afwijkt van de rest.

Eindconclusie is dat MUNA met dit album een goede nieuwe start maakt, maar nog een beetje zoekende lijkt naar het eigen geluid.

Saddest Factory Records / Konkurrent

Foto: Muna