Tekst: Wim du Mortier
Veteranen Steven en Jeff McDonald begonnen ooit in 1978 al als The Tourists en na wat aanpassingen van de bandnaam hebben ze decennia lang furore gemaakt als Redd Kross. In al die jaren joeg het tweetal vooral de verkeerde personen tegen zich in het harnas met de grappen en grollen en dat wordt nu nog steeds aangevoerd als voorname verklaring waarom deze alternatieve gitaarformatie nooit echt is doorgebroken. Maar ze zijn er nog steeds hoor; onkruid vergaat niet. En ze worden nota bene gesteund door het politiek zeer correcte Merge-label, dus er zijn toch nog genoeg invloedrijke vrienden over.
Red Kross komt nu op de proppen met een gloednieuw album getiteld Beyond The Door, vol vrolijke op de jaren zeventig gebaseerde glitterrock met snerpende gitaarriffs en ijzersterke refreintjes. Een en al feest. Beyond The Door doet dus heel erg denken aan Cheap Trick. Maar dan met een licht onaangepaste punky inslag. Soms uit de bocht vliegend, bijvoorbeeld met een gierende gitaarsolo in het lichtvoetige liedje ‘The Party Underground’ van Buzz Osborne, met wiens The Melvins Redd Kross door de VS tourt.
Beyond The Door is een van begin tot eind aanstekelijke plaat die je al snel mee kunt brullen. En toch is misschien wel het leukste liedje een interpretatie van een nummer van Sparks; When do I get to sing ‘My Way’ doet amper nog denken aan het met elektronica overgoten artrock-origineel maar is een vlammende gepassioneerde gitaarsong geworden. Instant klassieker om keer op keer op te zetten.