Tekst: Wim du Mortier
Soms wordt een nieuwe release zo ‘hot’ gevonden dat je je als recensent maar een paar dagen de tijd krijgt om naar een plaat te luisteren. Dan heb je dus nauwelijks tijd om een serieuze mening te vormen. Dat maakt mijn zin in de nieuwe Tame Impala er niet veel groter op. En de lezer moet dus ook weten dat wat ik hier meld is gebaseerd op een eerste vluchtige indruk én frisse tegenzin. En die eerste indruk is dat het aanstootgevend is hoe weinig aanstootgevend er op deze plaat te vinden is.
Het lijkt allemaal op elkaar, en er is geen enkel toontje of element dat weerstand oproept. Tame Impala is de James Last van deze generatie. Of beter, Klaus Wunderlich! Easy listening in zijn puurste vorm. Softpop bijeen gegraaid uit vleugjes dance, soul, funk en electro. Tot in de puntjes verzorgd en prachtig klinkend. De perfectie in muziek. En dat irriteert dus binnen drie nummers. Natuurlijk, er staan geen echte zwakke nummers op, de ritmes zijn aanstekelijk, de bassen klinken heerlijk en je kunt ook aardig met je heupen wiegen op een en ander, bijvoorbeeld ‘Lost In Yesterday’. Maar zeg nou zelf, je wordt toch weeïg van die zoete altijd zweverige stem, die psychedelisch aandoende lagen met toetsen die alle scherpe randjes overal van af raggen. Of toch op zijn minst zeeziek van de veelvuldig gebruikte phaser die lijkt te moeten verhullen dat er verder weinig inhoud achter schuil gaat. Nee, als je echt per se iets wilt horen van deze plaat, kies dan voor ‘It Might Be Time’; daar zit nog het meest reliëf in.
Net als voorganger Currents is dit een plaat die je de komende weken overal heel veel gaat horen. De momenthype, die je daarna ineens ook heel erg gaat vergeten. Tot je het in 2045 ineens weer hoort in de supermarkt of tegenkomt in de bakken bij de kringloop onder de noemer ‘camp’.
Universal / Caroline