Tekst: Theo Stepper Foto: Netti Hurley

De Britse band The Howl & The Hum ziet zichzelf graag als indieband die gitaar centraal stelt. Toch is daar op het album Human Contact niet zo veel van te merken. Het album kenmerkt zich door een fris popgeluid waarop gitaren niet overheersen.  

Er wordt afgetrapt door het uiterst dansbare ´Love Like A Gun´ dat een onweerstaanbaar ritme heeft. Stilzitten is er op dit nummer niet bij. Het wordt gevolgd door titelnummer ´Human Contact´ dat al even veel schwung heeft en behalve een goed ritme ook wordt gekenmerkt door een stevige backbone. Dit nummer eist dat de volumeknop een flinke zwiep naar rechts krijgt. Overigens kan het volume blijven staan voor het vervolg van de plaat want alle nummers liggen dermate in elkaars verlengde dat nauwelijks gas wordt teruggenomen. Zelfs relatief rustige nummers als ´The Only Boy Racer Left´ en het ambient ´Got You On My Side´ bevatten onderhuids zoveel pit dat er nauwelijks sprake is van een adempauze.

Is er dan niets aan te merken op Human Contact? Nou, dat wordt spijkers op laag water zoeken, maar vooruit, hier komt ie dan. Het album is dermate gelikt dat je the Howl & the Hum van effectbejag zou kunnen beschuldigen. Niet voor niets zijn er inmiddels al vijf singles uitgebracht en na verloop van tijd, zeker bij geconcentreerd luisteren, wordt het wat eentonig. Ook is duidelijk invloed te horen van andere hitmachines als The Killers (´Hall Of Fame´) en Editors (´Until I Found A Rose´). Maar goed, kunnen we een band kwalijk nemen dat zij goed in het oor liggende popmuziek maakt die een breed publiek aanspreekt?

Wij hadden The Howl & The Hum graag een andere tijd gegund waarin het wel mogelijk is om concerten en festivals te organiseren. Het geluid op Human Contact is namelijk zo festivalwaardig, dat we er bij tijd en wijle kippenvel van krijgen. En dat komt echt niet alleen omdat we de weide zo vreselijk missen.