Tekst: Wim du Mortier
In 2018 bekoorde dit kleurrijke viertal uit Melbourne, Australië ons al bijzonder met hun plaat ‘A Laughing Death in Meatspace’. Muzine.nl meldde over die plaat: ‘het is soms een krankjoreme bende alsof Oh Sees in de Rocky Horror Show speelt, maar de melodielijnen zijn zuigend en de sfeer in de rudimentaire rock die je id kietelt is verslavend‘.
De band rond Gareth Liddiard en Fiona Kitschin, die ooit speelde in The Drones, kwamen in de tussentijd naar Nederland en imponeerden daarbij ook live met hun intense muziek. Op hun tweede plaat ‘Braindrops’ bouwen ze daarop voort. Het is geen gemakkelijke kost die ze je voorzetten; de experimenteerdrift met ontstemde gitaren loopt soms de boeiboorden uit en voelt aan als zeurende gewrichtspijn. Maar tussen de unieke sound en de uitzinnige composities zitten weer geweldige groeibriljantjes. Vergelijkingen die als een tang op een varken slaan maar zich desondanks opdringen: de maniakale man-vrouw duetten doen verdomme denken aan een te bekend liedje over lust en een dashboard in een auto en de bijna swingende single ‘Who’s My Eugene’ doet herinneren aan het beste van Enon. Maar bij de hele plaat denken we natuurlijk bij voortduring aan The Bithday Party.
Ja hoor, het laat zich opnieuw beluisteren alsof je een nachtmerrie hebt waaruit je niet meer kunt ontwaken. Maar stel je er voor open en laat je meevoeren; de beloning is groots. Al moet het worden gezegd, vooralsnog in iets mindere mate dan hun grandioze debuutplaat. Dat komt dan bijvoorbeeld door slotnummer Maria 63, een bijna 8 minuten durend epos dat wat te veel kenmerken van een rockopera vertoont.