Tekst: Jacob Parrott

Het uitbrengen van hun langverwachte debuutalbum, naast het binnenhalen van een platencontract met Sub Pop, is niet het typische traject voor de meeste bands nadat ze slechts één optreden hebben kunnen spelen. Maar na een jaar van afgelaste en uitgestelde optredens, is het precies de situatie waarin TV Priest verkeert met de release van Uppers. Barstend van frustratie en woede, naast doordringende actuele humor, is Uppers een woeste versie van postpunk die het geluid en de onweerlegbare humor van bands als IDLES en Viagra Boys samenvoegt, terwijl TV Priest toch ruimte weet te vinden voor kalmere, meer weloverwogen momenten van kwetsbaarheid.

De formatie van TV Priest kwam voort uit het feit dat de jeugdvrienden Charlie Drinkwater (zang), Alex Sprogis (gitaar), Nic Bueth (bas/ toetsen) en Ed Kelland (drums) elkaar steeds minder zag naarmate ze ouder werden en dit “was een mooi excuus om af te spreken”, volgens Charlie. Suggererend dat hij “het album op geen enkel ander moment had kunnen maken”, biedt Uppers met succes een intrinsieke essentie van eerlijkheid, die evenzeer een reflectie is op de goede en slechte persoonlijke ervaringen van de band door de jaren heen, als op de oneerlijke en soms lachwekkende toestand van de wereld op dit moment.

De aftrap van het album en het lokken van luisteraars met een groezelige, vervormde baslijn, ‘The Big Curve’ is een losbandige opener die teruggrijpt naar de gevoelens van traditionele DIY-punk instrumenten. De track slaagt er perfect in om de onstuimige stijl die TV Priest in ‘Uppers’ zich eigen heeft gemaakt tot stand te brengen, door het gebruik van ruige drums, grillige gitaarriffs en verrassende sci-fi synth melodieën, allemaal bedekt met Charlie’s gepaste versterkte zang.
Geïnspireerd door de ‘Death of Print Media’ en Charlie’s grootvaders leven als fotojournalist en oorlogscorrespondent, volgt de eerder uitgebrachte single ‘Press Gang’ met pittige drums en een verslavende gitaarriff, terwijl ‘Leg Room’ parallel loopt met bijtende lyriek, suggererend dat “Hollywood rains acid in your face” omdat het een beeld schetst van de ‘Hollywoodisering’ van de samenleving.

‘Decoration’ valt op als het middelpunt van het album, door de uiterst humoristische benadering van de teksten en talentenjachten belachelijk te maken door middel van een aangepaste Simon Cowell-quote: “I have never seen a dog do what that dog does“. Het nummer heeft een warme baslijn en een stuwende drumbeat, wat resulteert in een onmiskenbaar speels geluid, waarbij Charlie zegt dat ‘Decoration’ “zo leuk is om te spelen omdat je er in rond kunt dwalen en het op een speelse wijze kunt brengen”. Dat zorgt er dan ook voor dat ‘Decoration’ een absolute live must-see is zodra de band eindelijk weer kan beginnen met optreden.

‘Journal of a Plague Year’ en ‘Fathers and Sons’ hinten op fracties van het experimenteren van het TV Priest geluid. Eerstgenoemde door een constante stijgende spanning door de diepe, looping basgitaarriffs en ‘Fathers and Sons’ door pulserende drums en glitchy instrumentatie. Deze zweem van experimenteren komt volledig tot uiting in de instrumentale intermezzo’s die er vervolgens in slagen het eerdere geluid van Uppers volledig een andere draai te geven. ‘History Week’ is de eerste van deze nummers, waarbij prachtige toetsen worden gebruikt om een algeheel gevoel van gejubel te creëren in plaats van de angstige muziek die ze eerder lieten horen, terwijl ‘the ref’ voornamelijk bestaat uit een industriële soundscape, voordat het gracieus versmelt tot een kalmere melodie in de laatste paar momenten, en naar het volgende nummer wordt geleid.

Hoewel het album vol donderende, rumoerige punk nummers staat, is de essentie van deze mooiere, oprechtere, emotionele momenten verspreid over het merendeel van de laatste nummers. Deze lijken enigszins op zwaardere Foals-releases, waarbij Charlie er zelfs voor koos om te zingen in plaats van het assertief spoken word dat hij normaal gesproken gebruikt. ‘Powers of Ten’ toont op spectaculaire wijze dit grotere gevoel van optimisme, aangezien het twinkelende synthmelodieën achter de zware gitaarriffs heen weeft voor een algeheel lichtere, meer overwogen tonaliteit.

Albumhoogtepunt ‘Saintless’ benut dit volledig en toont Charlie op en top emotioneel, kwetsbaar en rauw. Het nummer schreef hij voor zijn vrouw en zoon en het barst bijna uit zijn voegen door de hoopvolle ondertoon. “The lyrics and the vocals on that are the very first take I ever did of it. I’d never sung them before or showed them to anyone.” Aanvankelijk klein geopend met een spaghetti western-achtige gitaarriff, wordt ‘Saintless’ geleidelijk steeds uitgebreider en gelaagd tot een kolos van een track vol optimisme.
Door te weigeren deze oprechte bewijzen van emotionele volwassenheid uit de weg te gaan en tegelijkertijd een perfecte balans te bieden tussen zowel vluchtige woede als satirische humor, staat Uppers als een robuuste uiting van postpunkmuziek die perfect past bij het nu.

Sub Pop Records / Konkurrent